Het solo repertoire voor hoorn is weinig gekend. Met uitzondering van enkele bekendere werken, zoals Schumanns 'Adagio und Allegro', op.70,(en dat dan nog vaker op cello dan op hoorn uitgevoerd wordt), is het grotendeels onbekend terrein voor de meeste muziekliefhebbers. De Zwitserse hoornist Bruno Schneider maakte een smaakvolle selectie uit het Franse repertoire en vulde er deze cd mee, begeleid door pianist Eric le Sage.

De werken op deze plaat werden over een periode van ongeveer honderd jaar, van de helft van de negentiende tot de helft van de twintigste eeuw, gecomponeerd en vertegenwoordigen een brede waaier aan verschillende stijlen. Saint-Saëns' twee Romances, op. 36 en 67, en Chabriers 'Larghetto' zijn mooie voorbeelden van het romantische 'Lied ohne Worte': trage, lyrische stukken voor in salons en huiskamers, waarin de solist zijn ziel kan blootleggen. Paul Dukas' 'Villanelle' doet lichtjes impressionistisch aan, net als de sonate van Jane Vignery. Vignery, een leerlinge van Dukas, schreef haar sonate in 1942. Het is een klassiek opgebouwd werk dat harmonisch mooi gekleurd is en, vooral in de begeleiding, niet zelden Debussy voor de geest roept. Poulencs 'Elegy', uit 1958 daarentegen, is een donker en verrassend modernistisch werk, met snijdende dissonanten en harde accenten in de hoorn. Het werk roept, met zijn atonale a capella introductie in de hoorn, een wat vervreemdende, eenzame sfeer op. Het extreem korte 'divertimento' van Jean Françaix is dan weer een opgewekte kleine compositie, die lichtjes jazzy klinkt, zonder al te veel drama.

Bruno Schneider weet, met een doorgaans lichte toon, niet zonder een kleine vibrato, precies de juiste klank te vinden voor dit soort muziek. Verschillende werken, vooral van Dukas' 'Villanelle' of Vignery's sonate krijgen zo iets vederlichts, wat veel beter past bij deze stijl van muziek dan de volle, krachtige klank die andere solisten zo vaak gebruiken. Niet dat Schneider niet krachtig kan spelen: in Poulencs 'Elegy' ontwikkelt hij vaak een warme, stevige toon die bijna orkestraal aandoet. Hij bezit verder een erg soepele hoogte, zoals dat in het 'Divertimento' van Françaix of aan het eind van de Romance op. 67 duidelijk wordt. Enkel zijn laagte, in Poulencs 'Elegy' dan vooral, klinkt iets minder zeker, maar beslist niet slecht. Pianist Eric le Sage begeleidt zoals dat hoort, laat Schneider voldoende ruimte, maar vult hem goed aan, bijvoorbeeld in de vele imitaties en dialogen van het eerste en laatste deel van Vignery's sonate. In de stukken die meer pianistiek gedacht zijn, de 'Villanelle' van Dukas bijvoorbeeld, voegt hij net dat beetje extra muzikaliteit toe dat het verschil maakt tussen een getrouwe begeleiding en echte kamermuziek. Het Franse kamermuziekrepertoire, zeker dat voor blazers, is, ondanks zijn niet te ontkennen kwaliteit, wat onbekend gebleven. Maar mede door zijn smaakvolle selectie en afwisseling is dit een erg aangename cd om te beluisteren.

Meer over V/C


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.