Van de editie 2003 van het festival van Heimbach heeft EMI naast de cd met Franse muziek ook een cd uitgebracht met Duitse kamermuziek. Op het programma staan Brahms' tweede pianokwartet en Mendelssohns tweede strijkkwintet. Deze werken dateren allebei uit het midden van de 19de eeuw, volop Romantiek dus.
Het pianokwartet, met festivalintendant Lars Vogt zelf aan het klavier, begint met een metrisch ongedefinieerd thema in de piano dat kort daarna wordt overgenomen in de strijkers. Daar valt onmiddellijk de kwaliteit van de uitvoering op. Haarzuivere intonatie, mooi afgeronde zinsbogen en een duidelijk oor voor elkaar. Wat zo moeilijk is bij kamermuziek met piano wordt hier ook overwonnen: de balans is ideaal. Voor het tweede deel, poco adagio, nemen de vier een vrij vlot tempo. Omdat het begin van dit thema vooral gekenmerkt wordt door langere noten in de piano en tegentijden in de lagere strijkers komt dit de doorgaande lijn absoluut ten goede. De melodie krijgt kans om te zingen én zich te ontwikkelen, maar sleept nooit. Het hoofdthema van het scherzo is een licht walsende unisono-melodie, die wordt ontwikkeld over alle instrumenten, maar vaak in zijn eerste vorm terugkeert. In die ontwikkelingen valt de ritmische precisie van de muzikanten op. Ze bouwen ook telkens de spanning op, om de rust telkens wat te laten terugkeren bij de terugkeer van het thema. Desondanks verbrokkelt het geheel nooit. De voor Brahms zo typische onregelmatige accenten duiken op in de finale, waar ze meestal ondersteund worden door stevige akkoorden in de piano. Deze wat ritmischere passages wisselen af met eerder lyrische momenten waarin violist Christian Tetzlaff zijn instrument heerlijk laat zingen. Bij Mendelssohn valt onmiddellijk de stevige inzet van het eerste thema op: razendsnelle tremolo's in de lagere strijkers met de melodie in de eerste viool. Het kortste deel is het andante scherzando: dit wordt vooral gekenmerkt door vraag-antwoord spelletjes. Het thema dat door één instrument wordt voorgebracht, wordt door de anderen met pizzicati beantwoord. Toch is hier ook ruimte voor wat langer uitgesponnen, soms bijna melancholisch aandoende melodielijnen. Na een ingetogen adagio bruist de finale van levenslust en virtuositeit. Snelle loopjes wisselen af met homofone akkoorden, maar ondanks de genomen risico's gaan de muzikanten nooit uit de bocht.
Beide uitvoeringen tonen aan dat dit wereldklasse is. Het cliché zegt dat bekende solisten bij elkaar zetten voor kamermuziek enkel botsende ego's oplevert. Op deze cd zorgt het echter voor uitvoeringen van topniveau!
Meer over V/C
Verder bij Kwadratuur
Interessante links