Er wordt wel eens geklaagd dat hedendaagse muziek na de creatie niet meer uitgevoerd wordt. Ook al is deze bewering misschien overdreven, het belang van opnames wordt hierdoor meer dan duidelijk. De werken die op deze dubbel CD uitgebracht zijn kunnen zo opnieuw beluisterd worden of zelfs ontdekt worden voor wie er niet bij was.
Het eerste werk is het Konzert für Klavier, Orchester und Electronics van Wolfgang Mitterer (1958). De piano is hier een bron van klanken, niet alleen door de toetsen in te drukken maar allerlei experimentele technieken ontlokken de meest verscheiden klanken. Deze klanken worden dan geconfronteerd met de door de electronics gewijzigde pianoklanken enerzijds en met het orkest anderzijds. Zo komen klankobjecten tot stand die als het ware een eigen leven gaan leiden in een abstracte contekst waar harmonie en schoonheid hun betekenis verloren hebben. Het is een merkwaardig schouwspel dat Mitterer voor de luisteraar in petto heeft.
Clemens Gadenstätter (1966) is vertegenwoordigd met Polyskopie. Hoewel Gadenstätter ook houdt van ongewone klanken, voortgebracht door extended techniques, is zijn muziek toch in de eerste plaats op een tonige manier gestructureerd. Het is krachtige orkestmuziek die behoorlijk dramatisch geladen is. Mede door de virtuoze orkestratie is deze muziek een spectaculaire belevenis.
De jongste componist die is vertegenwoordigd is Jörg Widmann (1973). In Implosion gaat hij op zoek naar nieuwe klanken door ongewone speeltechnieken waarmee hij een eigenzinnig discours uitbouwt. Door middel van klankassociaties creëert hij bijzonder fraaie teksturele passages. Zonder twijfel een veelbelovend componist.
De tweede CD opent met here (to be found) een compositie van de Nederlander Michel van der Aa (1970). Het is een compositie voor sopraan, kamerorkes en tape. Deze muziek is bijzonder tonig, de harmonieën zijn modaal geïnspireerd en de melodievoering is mooi en expressief. De tape heeft een vervreemdend effect op de muziek, alsof de schoonheid gerelativeerd moest worden. In elk geval is dit een frisse en geïnspireerde compositie.
Orpheus' Bücher I van Beat Furrer is met zijn 10 minuten het kortste werk. De steeds wentelende figuren geven een rusteloze nerveuze indruk. Nochtans is deze oppervlakkige chaos maar schijn want de onderliggende structuur bepaalt de expressieve hoogtepunten op een uitgebalanceerde manier. Furrer is een componist met een groot vakmanschap en bovendien een sterke persoonlijke expressie. Allicht een van de markante figuren in het duits taalgebied.
Het laatste werk N.N. is een muziektheaterwerk van Dieter Schnebel (1930). Zijn esthetiek is gewortdeld in het denken van de jaren '60-'70. In zijn collage-achtige muziek worden rauwe klanken en banaliteiten niet geschuwd. Hoe deze muziek in concert met de bijhorende regie op de luisteraaroverkomt is niet te zeggen maar op CD alleen zonder het visuele aspect is deze muziek niet bijzonder overtuigend.
Natuurlijk staan de componisten en hun creaties in de schijnwerpers op een festival als Donaueschingen, maar zonder uitvoerders is er geen sprake van een uitvoering uiteraard. Het SWR-Sinfonieorchster Baden-Baden und Freiburg vertolkte onder leiding van Johannes Kalitzke de compositie van Mitterer en onder leiding van Sylvain Cambreling de werken van Jörg Widman en Beat Furrer. De werken van Clemens Gadenstätter en Michel van der Aa werden vertolkt door het Radio Kamerorkest Hilversum onder leiding van Peter Eötvös met als soliste Barbara Hannigan in here (to be found). Alle uitvoeringen zijn kwalitatief hoogstaand en met engagement gebracht. Niet verwonderlijk als men merkt dat alle dirigenten een grote reputatie hebben op het gebied van hedendaagse muziek. Criticasters zullen wel vinden dat hier of daar sommige zaken beter of anders hadden gekund. Ten eerste is zoiets onvermijdelijk bij wereldcreaties en ten tweede is zulke houding ingegeven door de drang naar de ultieme en sublieme uitvoering, een idee dat in de eenentwintigste eeuw hopeloos ouderwets begint te klinken. Andere uitvoeringen zijn mogelijk en allicht zullen deze composities dan anders geïnterpreteerd worden. Maar als vakmanschap kwaliteit garandeert op wat anders dan subjectiviteit is een oordeel over interpretatie gebaseerd?
Meer over V/C
Verder bij Kwadratuur
Interessante links