Het muzikaal ondersteunen van de vespers, de avondgebeden in Katholieke landen, was een praktijk die grote populariteit genoot in het Italië van de vroege zeventiende eeuw. Het bekendst zijn bijvoorbeeld Monteverdis ‘Vespro della Beata Vergine’, een van de meest grootschalige compositie op deze vastgelegde psalmteksten. Monteverdi, die in Mantua werkte, schreef zijn vespers speciaal om indruk te maken in de republiek Venetië, wat de rijkelijke orkestratie ervan verklaart. Kleinere (noord)-Italiaanse steden beschikten echter niet over de grote ensembles van instrumentalisten en zangers die belangrijke centra als Milaan, Turijn of Venetië tot hun beschikking hadden en dus was het heel normaal voor componisten aan kleinere hoven of kerken om dezelfde teksten op een kleinschaliger manier op muziek te zetten. Zo werden bescheiden psalmcomposities, of ‘Kamer Vespers’ gecomponeerd. Een combinatie van zulke werkjes, die geschreven werden door minder bekende componisten, wordt op deze cd gepresenteerd door The Gonzaga Band, een Engels barokensemble rond cornettist Jamie Savan.
De vespers vormen een vastgelegd patroon, opgebouwd rond vijf psalmcomposities (‘Dixit Dominus’, ‘Laudate Pueri’, ‘Laetatus Sum’, ‘Nisi Dominus’ en ‘Lauda Jerusalem’), met een kort ‘Domine ad Adiuvandum’ als inleiding en de hymne ‘Ave Maris Stella’ en een ‘Magnificat’ om af te sluiten. Traditioneel werden de psalmen van elkaar gescheiden door Gregoriaanse gezangen maar vanaf de late zestiende eeuw was het gebruikelijker om die te vervangen door soloaria’s of – zoals op deze cd gedaan wordt – korte instrumentale stukken.
Niet elke compositie is even interessant maar stukken als Giacomo Finettis ‘Laudate Pueri’ of het langere ‘Laetatus Sum’ van Francesco Petrobelli zijn echte pareltjes. Sopraan Faye Newton laat een frisse, heldere interpretatie horen, waar het enthousiasme hoorbaar van af straalt. Typerend voor deze vespers is dat er nooit meer dan twee zangers in voorkomen: de overige stemmen worden instrumentaal ingevuld, wat resulteert in mooie dialogerende passages tussen cornettos en zanger(s). Een mooi voorbeeld van zulke uitvoeringen is Giovanni Sances’ ‘Ave Maris Stella’, dat met zijn vierstemmige combinatie van twee cornettos en sopraan Faye Newton en Mezzo Clare Wilkinson tot een van de meer groots opgezette stukken van deze verzameling behoort.
De korte instrumentale stukken vormen een representatief overzicht van wat de vroege barok in Italië voortbracht: ‘Toccata’s’ of ‘Capriccio’s’ voor luit van componisten als Alessandro Piccinini of Girolamo Frescobaldi zijn niet echt een zeldzaamheid in deze periode uit de muziekgeschiedenis en worden dus ook goed vertegenwoordigd op deze plaat. Even representatief, maar in moderne tijden wat verwaarloosd, is een stuk als de korte ‘Sonata’ voor cornetto en continuo van Giovanni Cima. Cornettos mogen trouwens een erg prominente rol vervullen op deze cd. Het heldere maar zachte geluid van deze instrumenten past net zo goed bij bekendere, grootschalige composities van Gabrieli of Monteverdi als bij het soort van bescheiden, drie- of vierstemmige kamermuziek die hier gepresenteerd wordt. De solowerken voor theorbe, zoals Frescobaldi’s ‘Canzon Terza’ krijgen een knappe uitvoering mee van luitenist Richard Sweeney.
Een mooie verzameling zeventiende-eeuwse Italiaanse muziek is dit geworden, met stukken die doorgaans weinig bekend zijn maar zonder meer mooi en charmant klinken, zeker in deze gedreven uitvoering. De structuur van deze vespers, met zijn contrast tussen psalmzettingen en instrumentale delen zorgt bovendien voor een erg afwisselende beluistering.