Shostakovich schreef zijn achtste strijkkwartet in 1960, in de ruïnes van Dresden, waar de componist – vruchteloos – werkte aan nieuwe filmmuziek. Rudolf Barshai bewerkte het kwartet voor strijkersensemble en noemde het 'Kamersymfonie'. Het is die bewerking, waar Shostakovich trouwens erg opgetogen over was, die op deze cd staat. Twee andere werken, van Moshei Vainberg en Gyorgy Sviridov, beide Sovjetcomponisten van een generatie na Shostakovich, vullen deze plaat aan. Sviridovs kamersymfonie is een vroeg werk uit 1940 en ademt dezelfde begrafenissfeer uit als veel van Shostakovich' werken. Vainbergs werk daarentegen, werd geschreven in 1986, en is een vrolijkere, vrijere compositie, die dezelfde neoklassieke sfeer uitademt van Prokofievs eerste 'Klassieke Symfonie'. Een speelse, frisse sfeer overheerst het stuk, met zijn mooi afgelijnde melodieën en consonante akkoorden om elke frase af te sluiten.

Het achtste strijkkwartet werd geschreven in het jaar waarin Shostakovich gedwongen werd lid te worden van de communistische partij. In dat jaar stond de componist volgens getuigenissen net niet op de rand van de zelfmoord en zijn strijkkwartet kan dan ook gezien worden als een soort van artistiek testament. Het stuk bevat citaten uit Shostakovich' volledige oeuvre, van zijn eerste symfonie tot zijn toen pas geschreven celloconcerto. Het is een overwegend duister werk, in de lijn van de vijfde of achtste symfonie. Het elegische eerste deel vertoont trouwens sterke overeenkomsten met het trage deel uit die vijfde symfonie.

Altviolist Yuri Bashmets Moscow Soloists zijn beslist niet bang om zoveel mogelijk effecten uit hun ensemble te halen. Slagakkoorden spelen in de drie werken een belangrijke rol en Bashmet haalt een onweerstaanbare drijvende kracht uit de ritmische formules van deze componisten. Verder wordt de cd echter vooral gekenmerkt door het zachte, fluwelen spel van deze strijkers. Zelfs solopassages klinken, bewust, wat twijfelend en onzeker, zoals de bange stem van het individu tegenover de allesomvattende dictatuur. De muzikanten slagen erin om elk deel van Shostakovich' kamersymfonie een andere sfeer mee te geven. En de trage delen worden met een mooie frasering uitzonderlijk goed vorm gegeven. Jammer genoeg kunnen de twee andere werken niet volledig mee met Shostakovich' muziek. Terwijl Vainbergs kamersymfonie een aangename, bij momenten beslist originele klank bezit, klinkt Sviridovs werk net iets teveel als een mindere kloon van Shostakovich.

Muzikaal niets dan lof over een plaat als deze. De drie werken worden heel doorleefd, en op hoog technisch niveau gebracht, vol met contrasten en nuances. Maar alleen Shostakovich' werk blijft de luisteraar echter bij na een aantal beluisteringen, terwijl de twee andere werken er een beetje grijs tegen afsteken.

Meer over V/C


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.