Carlos Kleiber, overleden op 13 juli van dit jaar, was één van de meest excentrieke dirigenten van de vorige eeuw. Hij gaf bijzonder weinig optredens en zo mogelijk nog minder interviews. Slechts enkele van zijn interpretaties zijn door opnames bewaard gebleven. Als een postuum eerbetoon heeft Universal een cd uitgebracht die een beeld moet geven van waar Kleiber voor stond. Naast de volledige slotscène van Wagners 'Tristan und Isolde' bevat de opname ook twee symfonieën: Schuberts 'Unvollendete' (onvoltooide) en Brahms 4de. Deze beide zijn uitgevoerd met de Wiener Philharmoniker, terwijl voor 'Tristan und Isolde' de Staatskapelle Dresden speelt.
Van bij de eerste noten van de 'Unvollendete' vallen twee zaken op: de onrust én de orkestrale transparantie. De onrust is sowieso aanwezig in de openingsmaten en wordt vooral verkregen door continue beweging in de strijkers met daarboven de klagende blazersmelodie van het hoofdthema. Bij Kleiber klinkt deze melodie echter veel minder fragmentarisch, wat hij vooral bereikt door de dynamische opbouw. In het op het eerste gehoor lieflijke majeurthema dat erop volgt, demonstreren de celli van de Wiener hun warme en rijke toon. Ondanks de majeurtoonaard blijft het gevoel van onrust en tragiek aanwezig, onder andere door het ostinaat dat eronder blijft. Majeur en mineur wisselen in de hele symfonie constant met elkaar af, wat typisch was voor de romantiek. Het zijn vooral de dynamiek en de ritmiek die Kleiber in deze Schubert brengt die er een bijzondere uitvoering van maken, maar natuurlijk ook de unieke orkestklank van de Wiener. In de opname van Brahms komt in de eerste plaats het contrapunt naar boven. Het eerste deel stelt een lyrisch strijkersthema met afwisselend dalende en stijgende sprongen tegenover een gepunteerd thema in de kopers. In de coda worden deze gecombineerd tot een bijna Bachiaans slot. Een ander voorbeeld biedt de passacaglia van het vierde deel: steeds dezelfde harmonische basis met erboven een steeds complexer geheel. Kleiber en de Wiener geven een transparante en spanningsvolle uitvoering, die nooit haar richting verliest.
Tristan und Isolde staat bekend als hét romantisch muziekdrama bij uitstek, waarin de verboden liefde tussen de titelfiguren uitloopt op de dood van beiden. In dit fragment is Tristan al overleden en komen, terwijl zijn vriend Kurwenal bij hem waakt, de andere protagonisten aan. Isolde geraakt in een dusdanige trance dat ze, na het bezingen van hoe 'Mild und leise' (=mooi en zacht) hij lacht, dood neervalt op zijn lichaam: de zogenaamde 'Liebestod'. Hier bouwt Wagner door niet-oplossende chromatiek en een steeds stijgende beweging een ondraaglijke spanning op, die uiteindelijk in een bijna orgiastische climax uitmondt. De Isolde, Margaret Price, heeft niet de luide vibratorijke stem die meestal met Wagner geassocieerd wordt, maar geeft toch een overtuigende en erg heldere vertolking. Kleiber neemt voor de 'Liebestod' een uitzonderlijk breed tempo, en maakt door net op bepaalde plaatsen wat tijd te nemen de eerder genoemde spanning nog ondraaglijker. Ook de enorme dynamische opbouw wordt perfect gedoseerd.
Een ideale hommage aan één van de groten van de 20ste eeuw!
Meer over V/C
Verder bij Kwadratuur
Interessante links