De titel verwijst naar de 'Stads Peijl', gemarkeerde stenen die al sinds de zeventiende eeuw de standaard zijn waaraan in Amsterdam het waterniveau wordt afgemeten. Met dit album wil het Amstel Quartet zelf de standaard zetten voor hoe volgens hen een saxofoonkwartet moet klinken. Om die standaard zo algemeen mogelijk te laten gelden, kiezen ze werken uit verschillende periodes.
De saxofoon is echter een relatief jong instrument en het saxofoonkwartet is zo mogelijk nog jonger. Om met hun standaard toch een zeker tijdsvak te overspannen is een arrangement dan ook onvermijdelijk. Die eer valt te beurt aan 'Pelléas et Mélissande' van Gabriel Fauré. In 1898 componeerde Fauré deze muziek bij een toneelstuk van Maurice Maeterlinck en hij herwerkte het later tot een orkestsuite. Het Amstel Quartet brengt hier een arrangement voor sax-kwartet en piano en doet dat met verve. Ze vinden schitterende kleuren in de zoete harmonieën en de lyrische melodieën worden perfect geserveerd. Toch smaakt de combinatie van hoogromantiek en saxofoonkwartet bij momenten iets te zoet.
Dezelfde en andere schitterende kleuren verschijnen in Alexander Glazunov's saxofoonkwartet uit 1932. Het is een van de eerste grote werken dat voor sax-kwartet is geschreven en heeft zo toch enkele streepjes voor op het arrangement van Fauré: het is beter geschikt voor de bezetting. Enkele heldere akkoorden geven de aftrap voor een erg elegant allegro. Door de lichte hoofdmelodieën meestal te combineren met contrapuntische tegenmelodieën blijft het werk mooi in beweging. Heerlijk mooie harmonieën maken de dienst uit in de Canzona die nog in vijf variaties terugkomt. Een stevige finale is een waardige afsluiter.
Het kwartet van Philip Glass is onmiskenbaar het interessantste werk op het album. In 1995 schreef hij een concerto voor saxofoonkwartet en orkest dat ook als gewoon saxkwartet gespeeld mag worden. Het resultaat is verbluffend. Met steeds weerkerende motieven wordt een groot spel van beweging en stilstand gespeeld. Hoewel de aanblik van het eerste deel bepaald wordt door zachte melodieën en rustige harmonische verschuivingen is er onderhuids steeds heel wat in beweging. Die beweging neemt de bovenhand in een erg opwindend tweede deel dat steeds een stapje dichter bij de extase komt. Het derde en het vierde deel nemen de intenties van het eerste en het tweede deel over, maar met nog meer brio. Ingehouden en toch intens en indringend: zo grijpt het derde deel naar de keel. De stralende uitbundigheid van het laatste deel is dan ook erg welkom om alle donkere gevoelens in één keer buiten te kegelen.
De standaard die het Amstel Quartet hier neerzet is moeilijk te overtreffen. Zowel muzikaal als technisch halen ze het onderste uit de kan. De gepresenteerde werken beslaan echter maar een klein stukje van het repertoire. Alomvattend is de standaard dus zeker niet. Indrukwekkend zeker wel.
Meer over V/C
Verder bij Kwadratuur
Interessante links