De Fins-Karelische folkgroep Värttinä presenteert muziek in zijn meest pure en originele vorm. Zijn status als jonge meisjeszanggroep is inmiddels voorbijgestreefd en met zijn negenen is deze band uitgegroeid tot één van de meest bekende Scandinavische folkacts. Zuivere, traditionele gezangen in meerdere stemmen worden ook deze elfde plaat weer opgesmukt met oude instrumenten als vedel, draailier, fluit en harp. Stelselmatig groeien echter meer en meer moderne invloeden in de vrij archaïsche zangmuziek en schuwt de groep in geen geval enkele avontuurlijke zijstappen, waarmee ze afwijken van hun Lord of The Rings-status (hoewel ze nog steeds deel uitmaken van de roadshow van deze film).
De Finse versie van Laïs wordt na twintig jaar optreden wereldwijd op handen gedragen. Zo heeft Värttinä voor deze cd onderdak gekregen bij het Real World label van Peter Gabriel, wat er mogelijk toe heeft bijgedragen om meer te experimenteren. De fabelachtige stemmen van Mari Kaasinen, Susan Aho en Johanna Virtanen zijn niet meer uitsluitend het middelpunt van de muziek van de band, waardoor 'Miero' niet louter voor een folkloristisch gezind publiek geschikt is. Finse sagen en verhalen vormen nog steeds de tekstuele bron en de middeleeuws aandoende, meerstemmige cirkelzangen blijven ook hét watermerk, maar instrumentale partijen wegen toch stelselmatig meer en meer door. Knappe arrangementen, ritmeveranderingen en subtiliteiten vormen een prachtig kader voor de vocale invulling. Värttinä gebruikt in een nummer als 'Mierontie' nog wel watervalletjes en natuurgeluiden, maar wijkt toch verder en verder af van zijn status als feeërieke folkgroep. Zo is het uptempo liedje 'Synti' ('de zonde') een mooi opbouwende klankpuzzel, vertrekkend en eindigend vanuit a capella zang, maar uitgroeiend in een heuse instrumentale climax van drum, contrabas, viool en gitaar. 'Valhe' ('de leugen') bevat dan weer een erg mooie gitaarbegeleiding op een tikkend ritme en heus gesoleer op de accordeon. Verder is het genieten bij de loepzuivere, op-en neerdeinende zanglijn die zich als één lange rode draad door dit nummer worstelt. Meest opvallende momenten zijn echter terug te vinden in opener 'Riena', dat op heuse rockarrangementen gebaseerd lijkt en het Zuiderse 'Maaria' dat dankzij fadogitaar op een heuse flamencodrive voortbeweegt. Toch dienen deze schijnbaar vreemde bokkensprongen zich heel subtiel aan en worden ze perfect ingebed in de algemene folksfeer van 'Miero'. Zo worden de dertien lang ontluikende, gracieuze serenades instrumentaal prachtig begeleid, zonder daarbij het traditionele gevoel te schaden. Samen met die prachtige, meerstemmige vrouwenzangen schuilt allicht ook hier de grootste kracht van Värttinä: de kunst om oud en nieuw op een onopvallende manier te doen samensmelten tot een geheel eigen, mooi onderbouwde wijze.
Värttinä maakt gracieuze, opgewekte muziek die allicht al snel in het hokje 'gezongen folk' belandt. Dat is overigens terecht, want het Fins gebrabbel en de luidruchtige polyfonie waarbij de tweede stem opvallend schel benut wordt, komt inderdaad erg traditioneel over en de slepende liedjes die uitgewerkt worden doen soms sterk denken aan Middeleeuwse rondedansen. Toch zorgt 'Miero' voor verrassingen die, bij nadere beluistering, zeker ook kunnen doen besluiten dat dit negental een experimentele groep vormt en 'Miero' een fijne, moderne plaat is.
Meer over Värttinä
Verder bij Kwadratuur
Interessante links