Deze compilatie is meer dan een snelcursus traditionele Chinese instrumenten als de dutar, qin, pipa, ruan, erhu, guqin of suona. Het was de samenstellers duidelijk te doen om een ruim beeld te schetsen van de muzikale cultuur in China. En dit beeld gaat van Urna die met droneachtige snaarklanken en mediterende melodische zang de uitgestrekte steppes evoceert tot grootstadse klanken uit Beijing, maar evengoed van traditionele tot verwesterde muziek of van pure stijlen tot mengvormen.
Wat een dergelijke compilatie bij een land als China extra boeiend maakt, is de mogelijke invloed van het politiek systeem, in dit geval het communistisch bewind, op de muzikale evolutie. Het meest expliciet is die aanwezig bij het verdwijnen van de hier te horen vooroorlogse bigband/entertainment zangeressen Bai Hong en Gong Chio Xia. Hun helemaal naar Amerikaans model gevormde muziek verraadt alleen een Chinese inslag door de taal. Opmerkelijk is zo dat op de rammelende meidenpunk van Hang on the Box na, alle vormen van hedendaagse popmuziek nog steeds traditionele elementen bevatten. Het gaat hier dan ook vrijwel steeds om mengvormen die helaas nooit een opmerkelijk niveau bereiken. Cui Jian laat horen hoe breed dit kan gaan. Hij combineert lichte synthesizerpop met voorzichtig funky gitaarakkoorden, Ierse hoempafolk en de hoboachtige suona. 'My 1997', een hoogst aaibare gitaarpopsong van de vrouwelijke singer-songwriter Al Jing, heeft dan weer een volwaardig volks middendeel. Dankzij de vlotte melodieën klinken Jian en Jing best sympathiek, maar ook niet meer dan dat. Daarmee zijn ze nog wel stukken beter dan de kleffe mix van traditionele instrumenten, softe beats en al even belegen synthesizers van Kin Taiis 'Nocturnal Light'.
De traditioneler gerichte stukken op deze cd zijn, in vergelijking met de popsongs, stijlzuiverder en staan zo goed als geen invloeden toe. Dit maakt het plaatsen van de muziek er echter niet steeds gemakkelijker op. Hoe typisch het fragment Chinese opera van Zheng Jun Mian & Li Hong ook mag zijn met de metalen percussie en afbuigende toonhoogten, het is te kort en staat op deze cd te geïsoleerd om echt effect te hebben. Het kan echter ook anders, zoals in 'Stone Forest Nocturne' van Min Xiao-Fen. Alleen op de luitachtige ruan weet ze door ritmische gedaanteveranderingen de muziek steeds boeiend te houden. Wat zuiver melodisch begint, wordt zo heftiger door snel herhaalde noten. Wanneer ze de drive nog verder opvoert krijgt het nummer een bizar, maar muzikaal perfect logisch ritme dat het midden houdt tussen surf en Bonanza-achtige westerns. Technisch meesterlijk is ook Liu Fang. In een geluid dat steeds klein en zacht blijft, weet ze de muziek naar een donderende climax te voeren, alleen door ritmische virtuositeit. Haar ratelend herhaalde, razende tremolo's en andere minuscule bewegingen gaan dwars door de geluidsmuur en zijn tegelijkertijd volledig beheerst. Ze wordt bovendien ondersteund door Farhan Sabbagh. De veelheid aan kleuren en tonen die hij uit een eenvoudige handtrom weet te halen maakt van dit ritmisch instrument haast een melodisch. Een geweldige afsluiter van een cd die al te vaak bij 'interessant' blijft steken.

Meer over V/A


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.