Naar goede gewoonte verschijnt deze cd telkens enkele maanden voor de regionale Britse brassbandkampioenschappen (vijf afdelingen, van Championship tot fourth section), om de deelnemers al een voorsmaakje te geven van de plichtwerken. De uitvoeringen mogen ook worden gezien als de na te streven maatstaven en zijn erg genietbaar materiaal ook voor wie niet deelneemt. Met de keuze voor dit jaar lijken de bevoegde instanties echter alle goede raad van eminente juryleden – “speel werken die je aankunt” – aan hun laars te lappen en er zal de komende weken nog veel gesakkerd worden bij de bands uit eerste en tweede afdeling. Erger nog: de beste raad voor landgenoten die de trip voor de regionals willen maken, is gewoon thuisblijven en van deze cd genieten, want de selectie is, compilatie of niet, bloedmooi.
In de eerste afdeling mogen de bands Frank Wrights bewerking van ‘Carnival Romain’ van Berlioz tot een goed einde brengen. Amper negen minuten lang en voor sommige secties misschien niet eens zo uitdagend, lijkt dit een haalbare kaart. Alleen is de eerste euphonium gedurende ongeveer een derde van het werk solist en zal op die muzikant de loodzware verantwoordelijkheid rusten. David Childs levert met de Cory Band hier een uitstekende versie af, maar hoeveel van die Davids lopen er rond? Wat ‘Resurgam’ van Eric Ball in tweede divisie moet opleveren, is ook hoogst onduidelijk en de band die de cd-versie van dit werk evenaart, gaat niet alleen voor promotie maar neemt gelijk een optie op de Championship Section voor 2012. De opname van The International Staff Band dateert uit 1996 en had toen in de bezetting monumenten als Derick Kane (al bijna 35 jaar op euphonium!), Andrew Justice (trombone) en David Daws (cornet). Benieuwd wie daar tegenop kan. Beide plichtwerken vragen tevens een goede lezing en interpretatie en of elke dirigent in die afdeling daarmee weg komt is een open vraag.
De andere plichtwerken zijn iets realistischer: Philip Wilby’s ‘Paganini Variations’ is niet extreem zwaar voor de kampioensafdeling en de meeste deelnemende bands zullen aan de details kunnen werken. Het werk is terecht uitgegroeid tot een klassieker in het genre en werd ook in lagere afdelingen al door al dan niet overmoedige bands als keuzewerk opgepikt. Van dezelfde componist is het plichtwerk voor de derde afdeling, ‘A Little Light Music’. Dit is Wilby zoals hij bij ons minder bekend is: eenvoudiger, speelser, maar niettemin nog steeds uitdagend. Na de openende fanfare volgt een vrolijke, uptempo ‘Clog Dance’. Het middendeel, het lyrische en wat ouderwetse ‘The Lady Of The Fountain’ is met bijna vier en een halve minuut het langste. Vervolgnes is het wat schrikken bij de eerste tonen van het opzwepende ‘Cardiff Bay Ice Cream’ dat overgaat in het slotdeel, een herhaling van het thema van de fanfare. Ten slotte werd ook in de vierde afdeling geopteerd voor een (helaas overleden) monument en generatiegenoot van Wilby, de onvolprezen John Golland. Zijn driedelige werk met de raak gekozen titel ‘Prelude, Song and Dance’ begint plechtig waarbij het thema over alle secties heen passeert. In het zangerige tweede deel heersen solo cornet, euphonium en bugel tegen een subtiele achtergrond, waarbij de xylofoon een sprookjesachtig effect teweegbrengt. Met een vrolijke noot eindigt dit werk in ‘Dance’ en vooral hier valt het op hoeveel dynamiek de Black Dyke Band in hun uitvoering legt, iets waar de dirigenten in de vierde afdeling zeker op zullen hameren.
Net als bij ‘Regionals 2010’ is deze nieuwe verzamelaar een aanrader vanwege de mooie keuze van de werken en topuitvoeringen ervan. De beste bands per regio zullen dan later in de Royal Albert Hall in Londen (Championship Section) of in Gateshead (de andere) strijden voor de nationale Britse titel. Misschien bleven deze werken beter voorbehouden voor deze finale.