John Corbett is onder meer bekend als producer van de schitterende Unheard Music-serie op het Atavisticlabel, dat vergeten of out-of-print freejazzparels heruitbrengt. Samen met Jim Dempsey houdt hij er in Chicago een kunstgalerie op na die zich specialiseert in moderne Amerikaanse kunst. De tentoonstelling 'Eye & Ear: Artist <-> Musician' focuste op muzikanten die zich ook met grafische kunst inlaten, zowel vroeger als nu. Naar aanleiding van die tentoonstelling werd deze cd uitgebracht, waarop nauwelijks vindbare en nooit uitgebrachte tracks van een selectie van op de expositie gepresenteerde muzikant-artiesten.
Bijzonder stemmig opent de cd met een gouwe ouwe uit 1950 van pianist Michael Snow en klarinettist Pee Wee Russel. Bedolven onder het gekraak van oud vinyl weerklinkt de ontspannen swing van relaxte piano en uitbundige klarinetuithalen. Nog meer aangetast door de tand des tijds lijkt 'Dickie's Dream' van Dave Coleman & Friends. De track (uit 1943) lijkt wel afgespeeld op een stokoude platendraaier. Ook hier stoort de povere geluidskwaliteit niet, integendeel, de sfeer is onmiddellijk gezet. De superaanstekelijke midtempo swing van de bas-drumtandem en de punctuele ondersteuning van de pianobegeleiding dragen perfect de ontspannen solo's van blazers en piano. Het onderonsje tussen Peter Brotzmann en Han Bennink is een voor hun doen wel heel ingehouden miniatuur, maar daarom niet minder intens. Heel secuur trapt het duo af met behoedzame klarinetklanken en zachte percussie. Door enkele uithalen van Bennink nemen volume en drukte toe. Brotzmann blijft echter opvallend mild en melodieus. Een heel mooi en ongebruikelijk stukje voor dit duo. 'I Don't Believe in Love' van Sun Ra is niet meer dan Sun Ra die solo een wat weemoedig liedje over de liefde half zingt, half neuriet. Oersimpel, niks wereldschokkend maar best stemmig. Trombonist Sebi Tramontana en geluidskunstenaar Lou Mallozzi presenteren een collage die start met field recordings van kuikens, eendengekwaak, gekraak en geruis waarna trombonegesputter en gebrom in het lage toonregister komen opzetten. Later nemen elektronisch gebliep en meer melodieus trombonespel over. Mark Booth levert sobere minimalistische akoestische gitaarexcursies af tegen een achtergrond van subtiele, lang aangehouden tonen. Hal Rammel's bijdrage bestaat uit fieldrecordings van iemand die aan een werkbank noeste arbeid lijkt te verrichten. Met zijn 21 minuten is dit veel te lang om te kunnen blijven boeien.
Zonde dat er wordt gekozen voor een langdradige track, zeker als op de expositie ook grafisch werk aanwezig was van onder meer Anthony Braxton, Guillermo Gregorio, Fred Lonberg-Holm en Ikue Mori. Met extra bijdrages van deze muzikanten (of andere) zou de compilatie interessanter geweest zijn. Een tweede minpunt is dat het cd-boekje geen afbeeldingen bevat van het grafische werk van de artiesten die de compilatie gehaald hebben. Uiteindelijk is toch de wisselwerking tussen het grafische en de muzikale de reden van het bestaan van deze heterogene verzameling. Geen enkele van de tracks is ondermaats (buiten die ene die veel te lang is), maar als compilatie valt dit album wat te licht uit.
Meer over V/A
Verder bij Kwadratuur
Interessante links