De combinatie van hoorn met pianoforte was rond de eeuwwisseling tussen de achttiende en negentiende eeuw een tamelijk courante kamermuziekcombinatie en sonates voor hoorn (die toen nog zonder ventielen bespeeld werd) en klavier zijn geen zeldzaamheid. De bekendste van zulke sonates is ongetwijfeld die van Ludwig van Beethoven (1770-1827), die zijn sonate opus 17 uit 1800 naar verluid in een ruk, op één enkele dag op papier zette. Vergelijkbaar met de grote pianosonates of de ‘Kreutzer’ vioolsonate is dit gelegenheidswerkje dus niet maar het is wel een werk dat typerend is voor Beethovens vroege stijl. Met enkele eigenzinnige wendingen in het eerste deel of met een ‘marcia funebre’ als tweede deel voorafschaduwt het enkele van Beethovens latere composities. Hoorniste Anneke Scott en pianiste Kathryn Cok presenteren deze sonate in combinatie met enkele muziekstukken van haast vergeten tijdgenoten van Beethoven, in een uitvoering die het historische instrumentarium van de vroege negentiende eeuw recreëert.
Bekende werken staat er dus niet echt op deze cd maar dat wil niet zeggen dat hier minderwaardige muziek gespeeld wordt: een sonate van Nikolaus Freiherr von Krufft (1779-1818), een telg uit een familie van lagere Oostenrijkse adel, is een klassieke, driedelige sonate en bovendien een erg charmant werkje. Een gelijkaardige sonate van componist/muziekuitgever Maximilian Leidesdorf (1787-1840) is met zijn lengte van twintig minuten even volwaardig opgevat en bevat heel wat mooie en originele passages. Naast deze drie grote werken werd deze cd opgevuld met een arrangement van het langzame deel uit Haydns strijkkwartet opus 74/3 in g mineur.
Hoewel Anneke Scott fantastisch hoorn speelt en de verschillende technische moeilijkheden die deze sonates opwerpen, met een bewonderenswaardige vlotheid kan nemen, hoort men soms een hardheid die de schoonheid van de muziek wat doorbreekt. Een afwezigheid van vibrato bij de hoorn en een erg directe aanslag bij de pianoforte zorgen samen namelijk voor een rechtlijnige uitvoering van Beethovens sonate, waar bijvoorbeeld een andere hoornist als de Spanjaard Javier Bonet op een andere recente cd (Arsis 4211ARSIS) net veel meer malsheid in zijn uitvoering kan leggen. Die rechtlijnigheid is wat jammer want het herleidt sommige passages tot zuivere hoorntechnische huzarenstukjes, terwijl hier nu net een type van muziek gespeeld wordt die op klassieke hoorn en pianoforte erg charmant en delicaat kan klinken. Op dezelfde manier komt ook Haydns ‘Largo’ (zeker naar hoge noten toe) wat moeizaam over.
Het sierlijke, classicistische karakter van deze sonates wordt op deze plaat dus wel vaker doorbroken met een onverwacht accent of een speelse frasering die met enige goede wil als ‘humoristisch’ maar met enige slechte wil als ‘smaakloos’ betiteld kan worden. Zo wil sonate van von Krufft wel eens opzettelijk bruusk uit de hoek komen, wat niet echt strookt met de sierlijke aard van het werk. In de finale, die de vorm van een wat hoekige polonaise aanneemt, is zulke ruwheid dan meer op zijn plaats.
Gelukkig maakt de sonate van Leidesdorf een betere indruk, met een lyrische hoornpartij en een vlugge pianobegeleiding die de fijne, droge klank van de pianoforte maximaal benut met een hele reeks soepel gespeelde loopjes en figuraties. Zulke passages illustreren de bewonderenswaardige technische beheersing waarmee de drie sonates op deze cd uitgevoerd worden. Waar uitvoeringen op natuurhoorn vaak oneven van klankkwaliteit zijn of toegevingen moeten doen aan de technische uitdagingen van de muziek, speelt Anneke Scott met op een zelfzekere manier die een meesterlijke beheersing van de nukkige natuurhoorn verraadt. Jammer genoeg zijn die technische kwaliteiten nog geen garantie voor delicate of ontroerende momenten en op dat vlak komt de huidige opname wat te weinig innemend over.