Net iets meer dan vijfendertig jaar...Een langer verblijf op onze aardbol was de Duitse tenor Fritz Wunderlich niet gegund. Ondanks zijn tragische en veel te vroege dood – hij viel in 1966 domweg van de trap – zijn er massa’s opnames die getuigen van Wunderlichs unieke stem. Ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag heeft EMI een verzamelbox uitgebracht die bijna alle facetten van Wunderlichs repertoire belicht: van renaissanceliederen over Mozart tot Duitse operette.
De eerste plaat uit de box brengt een van de weinige minpunten naar boven. De drie renaissanceliederen waarmee de cd begint worden door Wunderlich weliswaar zeer doorleefd en met een onnavolgbaar legato gezongen, maar de instrumentale begeleiding – en dan vooral de blatende blazers – kan de leeftijd van de opname niet verbergen. Een gelijkaardig effect roept Händels bekende ‘Ombra mai fu’ op. Wunderlich zet een ontroerende, ingetogen vertolking neer, maar de massieve orkestrale begeleiding van de Berliner Philharmoniker klinkt eerder als hoogromantiek dan als transparante barok.
In wat volgt biedt deze box niets dan genot. Of het nu gaat om Belmontes vurige aria uit Mozarts ‘Die Entführung aus dem Serail’ of om Fentons smekende serenade uit Otto Nicolai’s ‘Die Lustigen Weiber von Windsor’, steeds verbluft Wunderlich met zijn eindeloos legato, zijn warm, verleidelijk timbre en zijn heldere dictie. Even indrukwekkend zijn de uitgebreide selecties uit het Duitse operetterepertoire. Meeslepende walsen wisselen af met melancholische aria’s en lichtvoetige duetten. Met zijn breed kleurenpalet weet hij bij voorbeeld eerst te ontroeren in het bijna fluisterzachte ‘Gondellied’ uit Johann Strauss’ ‘Eine Nacht in Venedig’ om even later – bijgestaan door tenor Rudolf Schock - krachtig uit te halen in Carl Millöckers opzwepende duet ‘Die Welt hat das Genialste Streben’.
Tijdens Wunderlichs leven was het in vertaling zingen van opera’s een nog zeer courante praktijk. Zo komt het dat hij anderstalig repertoire bijna uitsluitend in het Duits opgenomen heeft. Het kan voor hedendaagse luisteraars misschien vreemd lijken om wereldbekende aria’s als ‘La Donna è Mobile’ of ‘Una Furtiva Lagrima’ in vertaling te horen, maar Wunderlichs krachtige vertolkingen doen alle bezwaren snel verdwijnen. Zijn warme, zonnige tenor past even wonderwel bij de poëtische romantiek van Puccini’s ‘La Bohème’ als bij de wervelende opgewektheid van Verdi’s ‘Rigoletto’.
De laatste cd toont Wunderlich als liedzanger. Een van de hoogtepunten hier is Schuberts verstilde, melancholische ‘Ihr Bild’, waar Wunderlich en zijn pianist Rolf Reinhardt met weinig middelen een donkere sfeer van eenzaamheid oproepen. Stralend in eenvoud is dan weer hun bruisende uitvoering van Strauss’ ‘Zueignung’, waar de finale, climactische uitroep Habe Dank uitmondt in een uitbundig pianonaspel. De dynamische, krachtige klank die bij Wunderlich in de Strauss-liederen doorschemert, komt ten volle tot uiting in drie liederen uit Gustav Mahlers ‘Das Lied von der Erde’. Moeiteloos doorklieft zijn heldere tenor Mahlers zware orkestratie en even moeiteloos overwint hij de veeleisende tessituur van deze laatromantische liederen.
Het moge duidelijk zijn: deze box is een absolute voltreffer. EMI brengt een waardig eerbetoon aan zonder twijfel een van de beste stemmen van de twintigste eeuw…