Na twee gewaardeerde concerto-opnames voor Sony stapte Lisa Batiashvili vorig jaar over naar Deutsche Grammophon. Centraal in haar debuutalbum voor het bekende label staat het eerste vioolconcerto van Shostakovich. Ze brengt dit getormenteerde werk weliswaar heel virtuoos, maar opvallend vlak. De Georgische violiste heeft al een interessant parcours afgelegd. Door telkens een hedendaags klassiek werk aan een traditioneel vioolconcerto te koppelen maakte ze in haar twee Sony-opnames een mooi statement. Naast Sibelius stond het vioolconcerto van Magnus Lindberg op het programma en Beethoven combineerde ze met haar landgenoot Sulkhan Tsintszadse. Ook op kamermuziekgebied liet ze zich al gelden, onder andere in haar aantreden op het Spannungen Festival in Heimbach en met haar Franse echtgenoot en hoboïst Francois Leleux.
Ook in haar debuutcd voor Deutsche Grammophon ziet men twee hedendaagse componisten verschijnen: opnieuw een Georgische componist, Giya Kancheli, en de overbekende Arvo Pärt. De titel 'Echoes of Time' verwijst naar de impact van het Sovjetregime op het artistieke leven van de hier opgenomen componisten. De drie emigranten Rachmaninov, Pärt en Kancheli zijn gecentreerd rond de belichaming van het restrictief regime: Dmitri Shostakovich. Diens eerste vioolconcerto, opgedragen aan en weergaloos uitgevoerd door David Oistrakh, kon pas voor het eerst uitgevoerd worden na de dood van Stalin. Het is een enorm emotioneel geladen werk met twee donkere, onbehaaglijke langzame delen 'Nocturne' en 'Passacaglia', afgewisseld met de satirisch-scherpe en dansante delen 'Scherzo' en 'Burlesque'. De 'Cadenza' is berucht om zijn verscheurende kreten en hallucinante overgang naar het laatste deel.
In het eerste deel van het concerto slaagt Batiashvili erin de troosteloze sfeer te scheppen door heel fragiel te spelen, een zachtheid die ook het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks overneemt, maar toch ontbreekt hier iets mysterieus. Het ander langzaam deel heeft niet het schrijnende effect uit andere uitvoeringen, waarbij ook de cadens nooit de intensiteit krijgt die hij verdient. De snelle delen zijn technisch perfect, maar hier gaat het zuivere ten koste van het bijtend karakter. Soliste en dirigent vormen dezelfde lijn. Esa-Pekka Salonen gaat voor een ingetogen uitvoering, waarin het elegante primeert boven het spitante. Dat is jammer, want het laat niet toe de luisteraar echt mee te slepen. Deze opname doorstaat dan ook niet de vergelijking met de versie door David Oistrakh, of als moderner equivalent die van Sergey Khachatryan.
Het stuk 'V&V' voor viool, "recorded voice" en strijkorkest van Kancheli is een nogal stereotiep new age-werk met trage lyrische lijnen in een zeer toegankelijk idioom. Hetzelfde geldt grotendeels voor het werk 'Spiegel im Spiegel' van Pärt, dat alleszins vanuit dezelfde spirituele invalshoek dient bekeken te worden. Men kan zich afvragen waarom Helene Grimaud deze oersimpele pianopartij voor haar rekening moest nemen. In de 'Vocalise' van Rachmaninov echter betoont deze sterpianiste zich een mooie begeleidster voor Batiashvili, zelf ook in sentimenteel romantische doen. Spijtig is echter dat deze moderne werken niet worden geduid in het bijgevoegde boekje, waarin vooral foto's worden gewijd aan Batiashvili, in plaats van de luisteraar van extra duiding bij de werken te voorzien. Dat draagt bij aan het sfeertje dat van deze hele opname afstraalt: gesmeed op maat van het grote publiek, maar gespeend van broodnodige diepgang.
Uiteindelijk biedt deze opname, naast het vioolconcerto, een eenvoudig toegankelijk modern programma met twee meditatieve, minimalistische werken van elk een tiental minuten. Dat ook het concerto van Shostakovich, uiteindelijk een van de meest krachtige werken in het vioolrepertoire, een beetje in dezelfde terughoudende lijn wordt uitgevoerd, doet teveel af aan de ontroerende kracht van deze muziek. Een gepolijste toon en groot raffinement zijn hier niet genoeg.