Het Gentse indielabel Unday brengt met ‘Music for Undays’ een eerder atypisch verzamelalbum uit. Het bevat namelijk geen gewiekste bloemlezing, maar een verzameling nieuwe nummers die de huisartiesten speciaal voor deze release hebben opgenomen. In combinatie met het mooie artwork levert dat een uniek geheel op waarmee Unday wil aantonen dat het eigenzinnig onderdak kan bieden voor de betere Belgische bands.
Bovendien schuwt het label de risico’s niet: paradepaardje Trixie Whitley levert slechts een demootje af, terwijl goudhaantje Flying Horseman er zich met een onopvallende cover vanaf maakt. Hieruit blijkt evenwel de lovenswaardige intentie om alle artiesten als gelijken te behandelen, en die ethiek komt ook tot uiting in de homogene klank van het album. Warme gitaren, ijle texturen, een intieme sfeer en zalvende samenzang passeren regelmatig de revue in een feilloos geproducet jasje. Die overeenkomsten hebben echter het nadeel dat de zwakkere broertjes de vergelijking met hun superieure labelgenoten niet doorstaan.
De twee vaandeldragers van het label presteren jammer genoeg niet volledig op niveau. De demo van Trixie Whitley toont wel enig potentieel met zijn onderhuids intense karakter en verleidelijke echo’s van Jeff Buckley, maar de zang wisselt zo onophoudelijk tussen borst- en kopstem dat het op de zenuwen gaat werken en trop uiteindelijk te veel blijkt. Ook Flying Horseman weet niet helemaal te beklijven. ‘Highway Kind’, hun cover van Townes van Zandt, wordt zoals verwacht in een koortsachtige blues-versie gegoten, maar de zang van Bert Dockx blijkt niet dragend genoeg en mist de aanvullende gesofisticeerde texturen die zijn recente juweeltje ‘City Same City’ zo bezwerend maakten.
Dockx kan echter wel beklijven met zijn andere project Dans Dans. Daarmee brengt hij een live-improvisatie die de stoïcijnse blues van Nick Drake’s ‘River Man’ op aparte wijze recycleert. Een cover kan het bezwaarlijk genoemd worden: van het origineel worden enkel de krijtlijnen van de zanglijn overgehouden, terwijl er een stukje uit ‘La Cucaracha’ en de gitaarlijn van Joy Division’s ‘Insight’ tussen geweven worden. Dat lijkt aanvankelijk een rommeltje te zijn, maar het trio speelt met zijn melodisch materiaal een boeiend associatief spel dat ondanks zijn desolate klankkleur toch speelse toetsen toelaat.
Verder weet vooral Yellow Straps te verrassen met organisch klinkende elektronica die ietwat aanleunt bij Mount Kimbie en vergezeld wordt van minimalistische maar passende vocalen. Voor de rest levert deze compilatie voornamelijk schoonheid van een onschadelijke, ietwat inwisselbare soort. Als uithangbord valt ‘Music for Undays’ zeker geslaagd te noemen, maar het heeft uiteindelijk toch iets te weinig vlees op de botten om ook als volwaardig album te kunnen boeien.