Begin jaren ’90 bepaalde het Gentse dancelabel R&S mee de trends en evolutie van de wereldwijde dancescene. Techneuten als Aphex Twin of Joey Beltram waagden hun eerste Europese stappen via R&S, maar ook technogoeroes als Derrick May, Juan Atkins of Stacey Pullen gebruikten het label als springplank. Drijvende krachten Renaat Vandepapeliere en Sabine Maes (vandaar R&S) besloten echter om aan het eind van vorige eeuw de deuren op slot te doen omwille van illegaal downloaden, een wildgroei van online labels en distributiekanalen en het steeds sneller ontstaan van trends en hypes. Een vijftal jaren geleden werd R&S nieuw leven in geblazen, een winkel in Londen geopend en is het management zich gaan specialiseren in zogenaamde bass music, de elektronische muziek waarvoor de Engelse hoofdstad steevast een broeihaard blijft.
Nu is het tijd om ook de befaamde In Order to Dance compilatiereeks nieuw leven in te blazen. ‘IOTDXI’ (of ‘In Order to Dance 11’) luidt een nieuw tijdperk in en pikt de draad op die bij ‘In Order to Dance 6’ vijftien jaar geleden is blijven liggen. Ook nu gaat het weer om een dubbelaar, maar eentje die helemaal mee is met het jaar 2011.
Het blijkt nogal een turbulente periode. Want een duidelijke lijn is in deze verzamelaar – in tegenstelling tot oudere In Order to Dance reeksen – moeilijk te trekken. De eerste cd blijkt een selectie van releases van het afgelopen anderhalf jaar. Vooral stokpaardje James Blake verdient natuurlijk veel vermelding, als enige act die echt naar het grote publiek is doorgestoten (en zelfs een nominatie voor de Mercury Prize kreeg). Hij mag zowel aanwezig zijn met zijn monsterlijke ‘CMYK’ met een speed dubstepritme en vervormde stemmen van Aaliyah en Kelis als met een futuristisch, dansbaar en hoppend plakwerk ‘I Only Know (What I Know)’. Dat Blake vooralsnog de enige echt grote mijnheer is, is best opmerkelijk, want de meeste tracks op dit plaatje neigen meer naar pop en luisterelektronica dan naar daadwerkelijke dance. The Chain presenteert een prachtig stukje wandelende hiphopritmes, vermengd met diepgelaagde elektronica en een speelse kindermelodie, wat een verrassend fris resultaat geeft. Pariah gaat met ‘Orpheus’ voor een klassieke dubsteptrack, maar met veel nadruk op dub en diepgelaagde echo (inclusief bloedhete vrouwenzang). Lone zou dan weer een afkorting kunnen zijn van het project Two Lone Swordsmen, want zijn ‘Coreshine Voodoo’ knipoogt naar jaren ’90 IDM en elektronische Warp-puzzels.
Halverwege wordt het eerste schijfje misschien iets meer experimenteel, maar over het algemeen blijkt dat grote muzikale avonturen (op de zenuwachtige, mechanische techno meets grime bijdrage van Untold na) toch vermeden worden. En met het verheven synthpopnummer ‘Camels’ van Vondelpark sluit de eerste schijf in een heerlijk melancholische roes af.
De tweede schijf is er eentje met tien exclusieve, nieuwe tracks. Spijtig genoeg zijn die niet zo veelbelovend. Untold komt nog eens zijn ding doen en verlaat dubstep voor meer techno georiënteerde nervositeit in een puzzel vol computergeluidjes die nadien weer weg gefilterd zijn tot een minimalistisch geheel (‘U-29’). Meer interessant zijn ‘Ralph’ van Bullion, het retro-techno klinkende ‘Suffer for Your Art’ van The Chain of de bijdrage van Pariah (‘Left Unsaid’), die – net als de allereerste track van deze dubbelaar – kiest voor veel sfeer en gelaagdheid in een psychedelische, dromerige wervelwind.
Uit ‘IOTDXI’ blijkt dat R&S duidelijk heeft gebroken met het verleden. De namen zijn nieuw, de muziek klinkt veelal nieuw (met veel klemtoon op de bassen) en het accent is duidelijk verlegd van het vasteland naar het Verenigd Koninkrijk. Dankzij enkele trendsettende bijdragen lijkt het label langzaam weer op te klimmen naar zijn gloriedagen, maar omwille van de diversiteit en niet altijd even hoge kwaliteit, blijkt dat er toch nog best wat werk aan de winkel is.