Eskimo, het befaamde sublabel van het allesoverkoepelende danceplatform in België, N.E.W.S., blijft hard werken om progressiviteit muziek en een vrijzinnige clubspirit te combineren in kwalitatieve muziek. Een van de nieuwste wapenfeiten, is een verzamelreeks gebaseerd op kleuren. Na een uitmuntende ‘Pink Collection’ waarin al eens wat tegendraads gestuiter aanwezig was tussen de elektronische moodmuziek, is het nu tijd voor een blauwe variant met opnieuw een schijfje met losse tracks en eentje die netjes aan elkaar gemixt is.
Zoals de wat kille, lichtblauwe hoes (met fascinerende rotsfoto) verraadt, gaat het er op deze tweede editie iets gemoedelijker aan toe dan op haar felle voorganger. Niet dat de samenstellers ooit voor uitsluitend zware beats zouden opteren: melodie, emotie en onderbouw zijn immers essentieel bij de nu-disco en indiehousecollecties van dit Gentse collectief. Tegelijkertijd vereist zijn vooruitstrevend karakter dat veel fris en jong talent aan bod mag komen.
Wat dit laatste betreft, is de combinatie tussen de Londense studioremixer Freeform Five en Róisín Murphy de uitzondering op de regel. Met ‘Leviathan’ leveren ze een track die bulkt van de soul en passie. De hoge, scherpe zang van de Moloko-frontvrouw wordt met een diepe galm uitgehold om samen te vloeien met de funky clubbeats die de track vooruitdrijven. Volle teksten en zanglijnen geven het geheel een prettig pop-meets-dance-karakter. Gedurende een speelduur van zomaar eventjes acht minuten verandert dat echter van kil en afstandelijk tot overweldigend en diep psychedelisch.
Eenzelfde pompende sterkte staat op conto van Blamma! Blamma!’s ‘Zsa Zsa’. Het eveneens in de Britse hoofdstad residerende deephouseduo heeft voor zijn recent verschenen gelijknamige ep (met een fijne minimale remix van inlands talent als Red D en Eelke Kleijn) de vocale hulp ingeroepen van Kristina Train. Vrij kille tokkelbeats en een sobere pianomelodie vormen hier een strak kader dat de ontzettend aangrijpende stem van de Amerikaanse souljazz-zangeres de nodige ruimte schenkt. Beiden klimmen ze op naar enkele voortreffelijke bruggen die het prima moeten doen op de dansvloer.
Die vloer wordt overigens niet altijd schoongeveegd. Met ‘The Kingdom of Heaven Is at Hand’ tekent Fernando Miranda Rios ofte Michoacan niet enkel voor een uitmuntend stukje cosmic disco met analoge synthesizers, maar ook voor een hoogtepunt op deze verzamelaar. Zijn wandelende basmelodie, voortdurend wegdraaiende hoge tikkeltoetsen en melodieuze fantasietjes werken ontzettend op de lachspieren, alsof een Star Trek-commandant ladderzat achter het stuur zit. Tekenfilm- robotbliepjes en heerlijke vintage synthesizertunes vormen een prettig toetsenspel dat netjes in elkaar past, en het werk van Giorgio Moroder en Kraftwerk vereren.
De grootste sfeerbrenger is allicht opener ‘The Monster’ van de Noorse band Atella. Veel echoënde, golvende lagen en bubbelende digitale harpriedels zorgen voor een loom geheel waarin beats aanvankelijk zelfs afwezig tekenen. Het gezelschap is qua sfeer duidelijk te leen gegaan bij het elektronicaduo Lamb. Fantasierijke droomlandschappen worden vermengd met een wat depressieve, neerdrukkende vrouwenstem in een wondermooie, energie wegzuigende, vrij korte song.
Met ‘The Blue Collection’ heeft Eskimo een prima tweede verzamelaar in elkaar geknutseld voor zijn nieuwe reeks. Het spreekt voor zich dat niet elke van de twaalf bijdragen echt naar de keel grijpt, soms lijkt een track net wat te gemakzuchtig (zoals ‘Night Keys’ van Satin Jackets). Maar in zijn totaliteit is dit een prima compilatie voor houseliefhebbers die houden van een rijke, kwalitatieve menukaart.