Café Del Mar is alweer aan zijn achttiende editie toe. De verzamelreeks, die minstens evenveel vervloekt werd als ze destijds lof kreeg, is zijn schare trouwe fans gedurende een kleine twintig jaar blijven verwennen. Voor deze nieuwe editie vol lounge – voor het grote publiek inmiddels denigrerend gecategoriseerd tot easy listening of stationsmuziek -, gebruikt Café Del Mar opnieuw de formule van weleer: grote, bekende namen in de rangen opnemen die onuitgegeven of onbekende songs aanleveren. Het geeft deze achttiende editie alleszins een aardige uitstraling.
Artiesten als Bent, Talvin Singh of Afterlife zijn voor de liefhebber van sfeerelektronica allicht geen onbekende. Moby, Faithless of Underworld zijn zelfs voor het grote publiek lokvogels. Spijtig genoeg leggen de meeste kippen geen gouden eieren. De plaat valt initieel alvast in het gat dat de compilatiereeks deels zelf mee gegraven heeft. Een handvol onbekenden zorgt voor onbeduidende sfeermomentjes met dartele orgelmotiefjes, een Spaans gitaartje en golvende achtergrondklanken. Hobbelende beats en wat sambapercussie leveren een ritme zonder echte drive. Toegegeven, Bent houdt de kwaliteit nog enigszins in de gaten. Een droog tokkende ritmiek met borrelende bubbels, een draaiorgelmotiefje en vooral mooi verheven sirenenzang spelen vrolijk tikkertje en verstoppertje, terwijl wat gemoedelijke pulsen voor een licht soulgevoel zorgen. Het daarop volgend ‘The Rush’ van de Amerikaanse housediva Ultra Naté gooit het over een heel andere boeg en zoekt de souljazzwereld van de jaren ’60 op, maar verwerkt dat in een melig r&b-kader, wederom met glijdende, zogenaamd tropische sfeertunes.
Helaas blijkt de kuil ook heel erg diep. Het relatief trage sitarspel dat Niladri Kumar voorziet in het door Talvin Singh met tikkende percussie en veel echolandschappen vormgegeven ‘The Bliss’, mist echte emoties en Indische finesse. De lat voor het trio UNKLE, Moby en Lamb om van de eerste schijf nog wat te maken, ligt bijgevolg heel hoog. James Lavelles UNKLE doet zijn uiterste best: ‘Trouble in Paradise’ is een gestaag opklimmende, klassieke filmscore waarin een palet van strijkers en elektronica met paukenslagen en kopergeweld aanzwelt tot een symfonische apotheose waarna een moment van verdiende rust volgt. De Ben Hoo’s Dorian Vibe versie van Moby’s ‘Lay Down in Darkness’ is met zijn triphopbeats en jazzpiano echter nauwelijks het vermelden waard. Lamb zorgt dan weer wel voor een afsluiter van formaat met een akoestisch ‘Discord’ waarin spaarzame piano en cello de fabuleuze stem van Louise Rhodes in een prachtig moment van puurheid omarmen.
De tweede schijf tapt grotendeels uit hetzelfde vaatje van onverschillige, tropische geeuwelektronica. De Finse samensteller Toni Simonen, die de vorige Cafe Del Mar-verzamelaar mocht afsluiten, laat hem nog meer wegzinken dan het eerste plaatje. Afterlife opent in alle voorspelbaarheid met golfgeluiden, percussie en misschien met iets scherpere triphopbeats dan een doordeweeks loungenummer. Vanaf dan is het weer wiebelen, wobbelen en relaxen dat de klok slaat. Zelfs Faithless lijkt wat in slaap gedommeld met een flauw ‘Love Is My Condition’ uit het album ‘The Dance’ waarin Maxi Jazz opvallend afwezig tekent en de Argentijnse schoonheid Mia Maestro helaas vocaal niet kan overtuigen. Kid Stone gebruikt de kenmerkende, hikkende bossa nova van Gilberto Gil en de ijle zang van ene Lovely Laura maar vangt daar weinig mee aan. Underworld sluit deze achttiende editie af met een beatloos ‘To Heal’ dat bestaat uit een kleine drie minuten zwevende droomtonen: een nummer dat op hun toch vrij sterke langspeler ‘Oblivion with Bells’ een stuk beter op zijn plaats is.
Café Del Mar doet in de handen van nieuwe stuurman Toni Simonen niet veel nieuws. De grote namen die plots weer mogen meespelen lijken een commercieel interessante invalshoek te bieden, maar hun muzikale meerwaarde is beperkt (in tegenstelling tot de eerste edities van deze compilatiereeks). Volumen Deiciocho mag dus gewoon netjes naast de vorige zeventien staan, klaar om af en toe als achtergrondmuziek te dienen in een of andere exquise cocktailbar.