Het "luisterboek" ‘2009’ is het eindresultaat van een project dat Julia Eckhardt realiseerde in samenwerking met de kunstwerkplaats Q-O2 in Brussel. Negen muzikanten/kunstenaars kregen na elkaar de opdracht een eigen compositie te maken als reactie op een stuk van hun voorganger in de keten. Er werd geen informatie gegeven omtrent de maker of het tot stand komen van het werk, Ze kregen enkel de opdracht hun werk klaar te hebben binnen een maand, zodat het in alle discretie kon doorgegeven worden aan de volgende. Daarbij was slechts een regel: elk werk moest zeven minuten duren.
De luisteraar kan het hele proces op de cd mooi volgen dankzij dagboeknotities die de muzikanten bijgehouden hebben. Sommigen zijn daarin heel concreet m.b.t. hun werkwijze en de geluiden die ze gebruiken, anderen leveren zelfs partituren en een enkeling houdt het bij twee foto’s.
Startpunt van het hele project is een altvioolopname van Eckhardt zelf. De ruisende wrijfgeluiden vermijden meestal duidelijke toonhoogtes, waardoor de klank belangrijker wordt dan melodie en ritme en de muziek een grote abstractie bewaart.
Chiyoko Szlavnic mag met deze opname aan de slag en besluit het origineel te bewaren. Ze vult het aan met veldopnames, waardoor het resultaat nog vager en nog meer open voor interpretatie wordt. Mieke Lambrigts, de derde in de reeks, zorgt met haar reactie (‘Teifelskreis’) op Szlavnics werk voor een eerste hoogtepunt. Haar brede golven geluid en pieptonen vormen een knappe soundscape waarbij de luisteraar zich kan afvragen of het origineel er nog in verwerkt is. Het antwoord op de vraag doet er eigenlijk niet zo toe: met dit werk zit diezelfde luisteraar immers helemaal mee op de trein van het project.
Bij andere muzikanten is de vraag naar het bewaren van het origineel gemakkelijker (en negatief) te beantwoorden. Zij geven het geheel een drastische wending, toch wat de uiterlijke verschijning ervan betreft. Manfred Werder beantwoordt het werk van Lambrigts met een zeven minuten durende geluidsopname uit een huis in Brussel (de toenmalige locatie van Q-O2). Enkele stadia later houdt Tim Parkinson het bij herkenbare patronen voor melodica en elementair slagwerk: niet meteen de boeiendste track, maar wel één die in de volgende versies doorklinkt.
Olivier Toulemonde vult fragmenten van Parkinson aan met buitenopnames uit Brussel, waarbij hij gebruik maakt van klanken die toevallig opduiken. Veel “bewuster” klinkt de collage van zijn opvolger Manu Holterbach. Bij hem zijn de melodische figuren van Parkinson verder geabstraheerd worden ze aangevuld met drones en exact gekozen geluiden (weer uit Brussel): een lift, kerkklokken of echoënde voetstappen in het Justitiepaleis. Zijn titelloze track is één van de beste van de cd: een poëtische combinatie van op het eerste zicht onsamenhangende ingrediënten.
Via een elektronische compositie van Aernoudt Jacobs, belandt Eckhardts bij haar laatste stadium: Anne Welmer. Zij zegt in de begeleidende tekst dat ze initieel andere plannen had, maar zag die gedwarsboomd door een traag rekenende computer. Uiteindelijk levert ze zeven minuten opnames van een long loop antenna af, waarmee geluiden uit de hoge ionosfeer opgepikt worden. Zo krijgt deze fraaie cd een even ongewild als spookachtig slot. Een aanrader voor luisteraars die nood hebben aan een geconcentreerde luisterervaring.