In zijn doorgaans boeiende muzikale zoektocht doorheen de klassieke muziekgeschiedenis stuitte de Amerikaanse jazzpianist Uri Caine in 2006 op Mozart. Dat het andere koek ging zijn dan zijn vorige producties rond de muziek van Mahler, Bach of Schumann was te raden. Mozarts muziek bezit immers niet de expliciete gemoedswisselingen van Mahler, noch de ingebouwde garantie op evolutie en eenheid van de variatiereeksen van Bach en Beethoven. Jammer genoeg heeft Uri Caine niet altijd een oplossing kunnen vinden voor dit probleem.

Aan de bezetting van de band moet het niet liggen. Met muzikanten als Ralph Alessi, Chris Speed, Joyce Hammann, Jim Black en Drew Gress heeft Caine al voldoende in huis voor een wervelend project. Reken daarbij de elektrische gitaar van Nguyên Lê (die zich niet zonodig in de kijker wil spelen) en de abstracte geluiden van DJ Olive en het niet (helemaal) slagen van een project kan haast alleen in het concept liggen.

Dat hij kiest voor bekende werken kan als een veeg teken gezien worden, hoewel dit op zich geen probleem moet zijn. Wanneer Caine aan het verwerken van het materiaal toekomt blijft de muziek boeien. Helaas zijn er zeker zoveel tracks waar de muziek niet ontwikkelt en het geheel te vanzelfsprekend en te vlot binnenschuift. Zo slaagt Caine er wel in om het eerste en het derde deel van de beroemde pianosonate KV 545 naar zijn hand te zetten, maar lukt dit niet bij het middendeel. In het eerste deel wisselt hij naadloos tussen de klassieke basisversie, jazz en polyfone verwerking waarbij de originele Mozartmelodieën in verschillende gedaantes opduiken. In het derde laat hij de muziek snel ontregelen en mag de polymetriek ongenadig toeslaan. In het tweede deel blijft Caine dicht bij de klassieke versie, maar zijn frasering is zo mak dat de muziek zielloos wordt.

In het eerste deel uit de 40ste symfonie pakt hij het heel anders aan. De vrij geïmproviseerde delen op een soundscape van DJ Olive contrasteren mooi met het herkenbare hoofdthema in salonjazzstijl, waarna de muziek doorschakelt naar een potente swing en de hoofdmelodie verder verwerkt wordt. De benadering van het overbekende 'Turks Rondo' (uit de pianosonate in A) verrast minder, maar werkt wel. Met oosterse muzieksamples, klarinet, viool en een drumpartij die zich beperkt tot de vellen, leunt de inzet dicht tegen Turkse traditionele muziek aan. Hieruit komt heel natuurlijk de melodie van Mozart opduiken, zij het in een andere maatsoort dan normaalgezien het geval is. De klassieke versie wordt pas helemaal op het einde hoorbaar in het feestelijke slot van de track.

Minder geslaagd zijn de momenten waarop Caine niet echt met Mozarts thema's aan de slag gaat. In 'Bati Bati' uit Don Giovanni wordt het thema te braaf gearrangeerd tot een slappe Mozartballad waarbij DJ Olive de enige stoorzender is. Ook het derde deel uit de concertante symfonie in Es krijgt geen noemenswaardige behandeling, maar wel een overbodige drumpartij. Op deze momenten wordt al te duidelijk dat 'Uri Caine Plays Mozart' niet in de buurt komt van de legendarische Mahler- en Bachexcursies van de pianist.

Meer over Uri Caine Ensemble


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.