Na Mahler, Schumann, Wagner en Bach plaats de Amerikaanse pianist Uri Caine nu de Diabelli Variaties van Beethoven in een nieuwe context. In tegenstelling tot zijn versie van Bachs Goldberg Variaties blijft Caine hier veel dichter bij het origineel. Toch wordt het geen salonswing of populaire 'jazz meets classics'. Daarvoor is de muziek te uitdagend en het concept te doordacht. Een concept dat al meteen duidelijk wordt door de gebruikte instrumenten. Zowel orkest (Concerto Köln) als solist maken gebruik van (kopieën van) 18de eeuwse instrumenten. Dit idee van 'authenticiteit' wordt consequent verder gezet in de algemene structuur. Oorspronkelijk voor pianosolo, arrangeerde Caine het werk voor orkest. Op deze orkestrale achtergrond gaat hij als solist improviseren, iets wat ook Beethoven niet vreemd was bij zijn pianoconcerti. Waar hij bij het voorstellen van het thema het improvisatorische veeleer beperkt houdt – alleen wat accenten plaatsen – gooit hij later alle remmen los. Dit zonder er zomaar gratuit in te vliegen. Hij stopt in de verschillende deeltjes steeds mooi gelijk met het orkest en verwerkt materiaal van het origineel in zijn improvisaties. De andere bekende thema's van Beethoven die gemakkelijk hoorbaar opduiken – flarden uit symfonieën en de 'Mondschein-Sonate' – versterken het geheel.
Toch heeft de authenticiteit hier haar (gezonde) grenzen. Uri Caine improviseert niet 'zoals Beethoven dit zou gedaan hebben'. Geen muzikaal Bokrijk dus, maar een pianist van de 21ste eeuw, met zijn eigen traditie en zijn eigen geschiedenis. Zo zijn er naast sporadische klassiek aandoende wendingen of vlagen van volbloed romantische pianoconcerti ook verwijzingen naar Stravinsky. Vooral diens 'Sacre du Printemps' krijgt met het hamerende akkoorden en dissonante prikken een paar vette knipogen. Wat overheerst is echter – en uiteraard – de traditie van de jazz en aanverwanten. Soms met een hoog pianobar gehalte wanneer blues, rammelende ragtime of de hoempapa stride-stijl gebruikt worden, maar evengoed 'moderner' wanneer razendsnelle bebop of nerveuze en vrije webstructuren à la Cecil Taylor geweven worden. De natuurlijkheid en vanzelfsprekendheid waarmee Caine alles weet te brengen, maken de vraag 'of Beethoven zo zou gespeeld hebben mocht hij nu leven' niet zinniger of gemakkelijker beantwoordbaar. Duidelijk is wel dat Beethoven zich voor dit resultaat niet zou moeten schamen. En dat zegt veel over Uri Caine en deze CD.
Meer over Uri Caine
Verder bij Kwadratuur
Interessante links