Het lijden van Christus heeft in de loop der tijd aanleiding gegeven tot menig aangrijpend muzikaal tafereel. Die zogenaamde passiemuziek heeft ook op de Poolse klarinettist Waclaw Zimpel steeds veel indruk gemaakt. Zozeer zelfs dat hij een hoop muzikale thema’s uit deze werken, zowel oude als nieuwe, als uitgangspunt nam voor de eerste cd van zijn nieuw project Undivided.
Zimpel is voornamelijk klassiek geschoold maar deed in zijn nog prille carrière ook al heel wat ervaring op in het jazz- en improvisatiemilieu. Zijn recente samenwerking met drummer Tim Daisy (het album ‘Four Walls’) zorgde voor wat bescheiden internationale aandacht, maar met het groots opgezette ‘The Passion’ mikt de klarinettist duidelijk veel hoger. De plaat bestaat namelijk uit één lange suite onderverdeeld in zeven delen welke af en toe epische proporties aannemen. Maar ook met de samenstelling van zijn band steekt Zimpel de ambitie niet onder stoelen of banken. Naast bassist Mark Tokar zit er namelijk een oude bondgenoot van Steve Lacy aan de piano, Bobby Few. Drummer van dienst is niemand minder dan de ervaren Klaus Kugel, die zich al meermaals onderscheidde in Steve Swell’s Slammin’ the Infinite en het Theo Jörgensmann Quartet.
In tegenstelling tot wat men zou verwachten, weigert Zimpel te zeggen bij welke muzikale werken hij materiaal ging lenen. Daardoor zou naar eigen zeggen het plezier van de luisteraar worden vergald. Het muziekquizgehalte van deze plaat wordt daardoor weliswaar vergroot maar wie zich daar op concentreert mist heel wat moois. Echt bekende motieven, melodieën of thema’s zijn er trouwens niet te horen. Met uitzondering misschien van het Gregoriaanse ‘Dies Irae’, dat ondermeer ook het bekende thema vormt van ‘Songe d’une nuit de sabbat’ in Berlioz’ ‘Symphony Fantastique’.
Het muzikale resultaat heeft wat weg van spirituele freejazz, hoewel het project volgens Zimpel zeker niet is opgevat als iets religieus. Toch lijkt Undivided met zijn muziek op zoek naar iets “hogers”. Er wordt in de meeste stukken namelijk lang en beheerst opgebouwd via bezwerende patronen die uitmonden in heftige maar opvallend korte ontladingen. Het lijkt soms wel alsof Zimpel hiermee de clichés van freejazz en vrije improvisatie wil vermijden. Als basis dient het deels geleende en deels zelf gecomponeerde thematisch materiaal dat het tempo rubato-gewijs dicteert. De leden van het kwartet lijken daarbuiten op het eerste gehoor veel vrijheid te hebben maar de indruk van een strakke muzikale leiding is steeds aanwezig. Er zijn duidelijk enkele lijnen (en zeker niet alleen compositorische) waar niet buiten mag worden gekleurd.
Dat is misschien nog het best te horen in de manier waarop Bobby Few steevast openbloeit na een lange periode in het gelid te hebben gelopen. Het contrast tussen de enerzijds gedisciplineerde begeleiding en de brede, sprankelende en in blues gedrenkte partijen die erop volgen is erg groot. De ouderdomsdeken van de groep zorgt met zijn bijdragen voor menig hoogtepunt, zoals de offbeat boppartijen in het vierde deel waarmee hij Tokar en Klugel lijkt te jennen. Het is misschien wel het enige echte jazzmoment van de plaat want een ritmische drive zoals hier wordt gecreëerd komt verder nergens aan bod.
Opmerkelijk genoeg draait het werkelijk nergens in de soep. De grootse opzet, het erg trage muzikale verloop en het gebruik van slechts compositorisch basismateriaal zou een waar mijnenveld kunnen zijn voor veel musici maar onder aanvoering van de indrukwekkende Waclaw Zimpel op klarinetten en tarogato (een Hongaars rietinstrument vergelijkbaar met een klarinet) houdt Undivided het hoge niveau steeds vol. De korte uitbarstingen zoals de kruisiging van Christus op het einde van het vijfde deel hebben bovendien extra veel effect juist dankzij die geduldige aanpak.
‘The Passion’ slaat bijgevolg niet meteen in als een bom maar wie er de tijd voor neemt zal na verloop van tijd ongetwijfeld voor de bijl gaan. Bij elke beluistering wordt namelijk steeds meer duidelijk dat dit een uitzonderlijk album is met een zeldzame diepgang, zeker voor het genre. De wetenschap dat dit het cd-debuut is van Zimpel als bandleider maakt het allemaal nog extra indrukwekkend. Wat een plaat!