Met een bezetting die louter bestaat uit drums, tenorsax en gitaar, heeft het in 2007 opgerichte Canadese trio Turtleboy op zijn tweede album een enorm compacte sound ontwikkeld. Naar eigen zeggen inspireerden de drie muzikanten zich tijdens hun eerste experimenten op het basloze trio van drummer Paul Motian, maar inmiddels is de focus verbreed naar invloeden van zowel de free jazz als indierock. Bij nummers waarin drummer Adam Miller een stevige onderlaag legt, Ryan Butler een potige riff uit zijn gitaar dondert en saxofonist Jonathan Lindhorst het equivalent van een melodische lijn voor zijn rekening neemt, is de hedendaagse pop- en rockmuziek inderdaad niet veraf. Het gebrek aan complexiteit wordt dan gedeeltelijk goedgemaakt door het enthousiasme van de muzikanten en de inzet waarmee ze de tracks naar een hoogtepunt tillen, dat ver voorbij de mogelijkheden van de gemiddelde commerciële muziek reikt. Niettemin ligt een cover van 'Pyramid Song' van Radiohead nogal voor de hand voor een ensemble dat zich naar eigen zeggen op indie inspireert en dat het trio uit deze superieure compositie geen echte meerwaarde kan puren, is illustratief voor het gegeven dat deze band allicht nog zijn weg aan het zoeken is.

Ook de vier nummers die onder de twee minuten afklokken, lijken eerder opvulsel dan echt materiaal dat op een volwaardig album thuishoort. Men hoort de muzikanten met een paar soundscape-achtige ideetjes flirten, maar gezien deze niet worden uitgewerkt kan de luisteraar er weinig mee. Wel interessant zijn de composities waarin Turtleboy met zijn stokpaardje op de proppen komt, met name collectieve improvisatie. In 'Elephant' legt Lindhorst bijvoorbeeld een mooie, smachtende lijn neer waaronder Ryan Butler heerlijk durft krijsen op zijn gitaar. Dat de muzikanten dit nummer ook heftig meebrullen, werkt, ondanks de knulligheid van de ingreep, zeker sfeerverhogend. Momenten waarop Turtleboy in die mate weet mee te slepen, komen er af en toe binnen 'Smart Matter'. Toch is het spijtig dat de aanloop of afbouw dikwijls volgens de geijkte structuren gebeurt. Ook de vocale lijn waarmee 'Elephant' eindigt, kan bijvoorbeeld niet echt overtuigen.

Met de sympathieke, wankele drums van Adam Miller en de contrastrijke input van zowel Lindhorst als Butler, zal de luisteraar zich over het geheel gesproken zeker niet vervelen. Toch graaft Turtleboy iets te weinig naar een eigen sound, waardoor de prikjes originaliteit niet in een groter, beklijvend geheel ingepast worden. 'Smart Matter' blijft daarom de plaat van een beloftevolle groep, die echter nog tot volle wasdom moet komen.

Meer over Turtleboy


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.