Koddig is het wel, die zelfgemaakte hoes van ‘Non Dondolarsi’: ambachtelijk knip-, plak- en plooiwerk dat voor elk exemplaar van het album opnieuw manueel gerealiseerd werd. Gelukkig is dat niet echt nodig om van deze release van het trio Trolleybus een besprekingswaardig album te maken. De muziek op zich is al voldoende, want hoewel die ontwapenend speels blijft, overstijgt die moeiteloos het geinige.
Goeie vrienden kunnen het best wel zijn, pianisten Nora Mulder, rietblazer Ydo Gibson (EKE, The Royal Improvisers Orchestra) en de net als Gobson uit São Paulo afkomstige bassist Renato Ferreira. De drie drijven elkaar immers niet tot het uiterste, maar spelen echt samen. De muziek klinkt heel spontaan en getuigt van een duidelijke cohesie, hoewel de muzikanten soms elk een eigen verhaal vertellen. Dit is met name het geval bij het begin van de titelnummer, maar door het consequent volhouden van elk lid individueel, krijgt het trio ook hier een eigen samenhang.
Op andere momenten is dan weer duidelijk hoorbaar dat er goed geluisterd wordt, waardoor de muzikanten met elkaar meeschuiven zonder extremen op te zoeken. Even goed durven ze echter ook in een bepaalde intensiteit halt houden, kwestie van het geluid goed tot de luisteraar te laten doordringen. Extra leuk wordt het echter wanneer er bewust niet ingepikt wordt, zoals te horen is naar het einde van ‘Kip Nugget’ waar Gibson even zwaarder doorscheurt op bariton, maar Mulder en Ferreira hem straal lijken te negeren.
Dit spelletje resulteert op ‘Non Dondolarsi’ in vier tracks en dertig minuten amusante en muzikaal hoogstaande improv. Gibson laat zich horen als de meest flexibele van de drie: hyperbeweeglijk op sopraansax, prutteleffecten op tenor, tweestemmig overblazen of tikkende klokgeluiden. In ‘Kip Nugget’ zorgt hij voor cartooneske stemeffecten en met het spelen in de klankkast van de piano waardoor de vrije snaren spontaan beginnen resoneren, brengt hij zelfs een wat etherisch element in de muziek binnen.
Mulders zit hier en daar in de piano te plukken, maar valt vooral op wanneer ze een traditioneler geluid hanteert: de Monkachtige grilligheid van de melodielijn in ‘Non Dondolarsi’ of de akkoordprikken die later in beweging komen en dissonantere vormen aannemen in ‘Kip Nugget’, terwijl haar gebruik van kleine objecten dan weer het speelse van de groep versterkt.
Ferreira heeft begrijpelijkerwijs niet zo’n breed klankenpallet ter beschikking, maar slaagt er desondanks goed in zijn plaats te vinden en te veroveren, niet in het minst doordat zijn collega’s niet alles in het werk stellen om loodzwaar op het geluid te wegen. Ook hierdoor kan de muziek van Trolleybus heel spontaan ontwikkelen, waarbij duidelijke momenten van coördinatie het vrije verloop doorprikken. Enkele gezamenlijke stopplaatsen, een handvol seconden “echte” jazz of een net niet gelijk lopende, hamerende ritmiek: het mag en kan allemaal. En net die ongedwongenheid maakt van ‘Non Dondolarsi’ zo’n pretentieloos geslaagd cd’tje.