Er bij staan en er naar kijken, dat is de rol van de luisteraar van 'Big Picture'. Het sprekend gemak waarmee Myra Melford, Mark Dresser en Matt Wilson op dit album van de ene situatie in de andere duikelen is haast spreekwoordelijk te noemen. De composities op 'Big Picture' knipogen naar zuiderse weemoed, latin, blues en gospel zonder echt in deze stijlen "vast" te zitten, maar toch is het de overvloedig uitgespeelde improvisatie die het trio in heel extreme, maar naadloos op elkaar aansluitende gedaanten laat horen. De drie woekeren met hun muzikale bagage, waarbij de luisteraar speelbal wordt van het zich duidelijk amuserende trio. Die luisteraar wordt heen en weer geschoven tussen energiek naar zweverig, zangerig en abstract, harmonisch loepzuiver en wrang dissonant.
Knarsend dissonant wordt het echter nooit. Het Trio M vermijdt bruuskeren: souplesse en beheersing zijn hier de codewoorden. De grote gevaren en revoluties spelen zich eerder onderhuids af: wegvallende metra, tempowisselingen, de asymmetrische maatsoort van de balladblues 'Modern Pine' of spelen in vrij verband waarbij de luisteraar tussen de drie in hangt en zelf maar moet uitmaken wie nu de lead speelt. Aan een afgebakende rolverdeling hebben de drie immers het lak. Myra Melford is geregeld zuiver melodisch te horen, waardoor ze harmonische vrijheid en ruimte laat voor de bas. Zo blijft de muziek transparant en kan Wilson zich concentreren op de fijnere ritmiek. De onderlinge verwevenheid valt op in 'Secrets to Tell You' waar de muziek zich vrij beweegt in de auditieve ruimte. De brede, zangerige Dresser, de dwarrelende Melford en de fraai ritselende Wilson zijn hier drie facetten van één en dezelfde muzikale persoonlijkheid.
Hoe vlot de veranderingen gaan, is te horen in 'For Bradford' waar Melford in een trek door van zuivere melodieën via dissonante akkoorden doorschuift naar hoog wriemelende lijnen. Het collectieve spel komt verbluffend tot uiting in 'Naive Art', waar een vrij zwevend thema plots openbreekt in gospelakkoorden die geleidelijk aan desintegreren tot een abstracter geluid. Op het einde schudden de drie nog even een versnelling uit hun mouw, alsof ze plots ontdekten dat ze nog een minuutje over hadden: het gemak waarmee het allemaal gebeurt, moet stuitend zijn voor collega's.
Nog erger wordt het voor de concurrentie in de meer dan 13 minuten durende titeltrack waar alle registers opengegooid worden. Melfords melodieën ratelen hypernerveus alsof ze door iets onzichtbaar wordt opgejaagd, de piepende bas van Dresser manoeuvreert de muziek in het rustiger, feeërieker vaarwater, waarna het trio terecht komt in een trager deel waarvan het metrum niet uitgesproken wordt, maar latent aanwezig is. De volgende halte is een polyfone passage tussen bas en piano die klinkt als een geïmproviseerde basso-continuobegeleiding uit de barok, waarbij de cimbalen van Wilson refereren aan de Chinese opera.
De enige tegenvaller in dit prachtalbum is het afsluitende 'FreeKonomics', een compositie die integraal draait op een roterende melodie, die in verschillende ritmische gedaanten te horen is. Coherent is het wel, maar de vanzelfsprekendheid en vrijheid in het samenspel komen hier minder uit de verf en net dat is een terrein waarop het Trio M moeilijk te kloppen is.
Meer over Trio M
Verder bij Kwadratuur
Interessante links