De krasse knarren van het Trio 3 hebben iets met pianisten. Na cd’s met Irène Schweizer, Gerri Allen en Jason Moran, nodigen Oliver Lake, Reggie Workman en Andrew Cyrille nu Vijay Iyer uit: een van de hipste, opkomende namen in de jazz en bijna dertig jaar jonger dan de jongste van het Trio 3.

Hun wildste haren zijn die veteranen van onder andere Cecil Taylor en John Coltrane ondertussen kwijt. Echt daverend vuurwerk is er op ‘Wiring’ dan ook niet meteen te horen, maar dat komt eigenlijk mooi uit. Iyer is immers geen ram- en beukpianist al klinkt hij doorgaans wel strakker dan de leden van het Trio 3. Dat valt vooral op wanneer er composities van Iyer gespeeld worden. De grillige lijnen van zijn melodieën vormen geen probleem voor de niet meer zo krachtig, maar nog steeds heel beweeglijk en wendbaar spelende Lake. Dat ligt een beetje anders bij Workman die soms klinkt alsof hij de rol gaat moeten lossen. Niet alleen ritmisch, maar vooral qua intonatie pakt hij er soms zodanig naast dat het resultaat storend wordt, zelfs voor wie wat off pitch kan verdragen.

Cyrille weet zich wel te redden, mede door zijn lekker los uit de pols komende ritmiek en zijn tintelende cimbaalwerk. Dat komt extra goed tot uiting in de composities van de oudere bandleden. Die laten in eerste instantie het strakke metrum los, waardoor de melodieën van de stukken vrij kunnen rondzweven. Dat levert het beter werk van de cd op in ‘Synapse II’ met een zingende bas, een Lake die nu helemaal in zijn element is en vooral enkele ontspannen, maar trefzeker momenten van onderlinge coördinatie.

Wat Workman niet lukt in de stukken van Iyer, daar slaagt de pianist in de omgekeerde situatie wel in met dwars dwarrelende frases en dissonante akkoordblokken. In ‘Willow Song’ is hij zelfs de man die de grote boog onder de relatief vrij bewegende structuur trekt, een eer die in ‘Shave’ voor Cyrille weggelegd is. Door deze overbruggingen krijgt de muziek, ondanks het ontbreken van een vast tempo, toch een constante onderlaag waarop de andere muzikanten vrolijk kunnen meesurfen.

Midden in de cd staat een driedelige suite van Iyer, opgedragen aan Trayvon Martin en andere slachtoffers van schietgrage Amerikaanse burgers. Opvallend genoeg is daarin nergens echte woede of frustratie te horen. In de respectievelijke delen drentelt, groovet en berust eerder waarbij het afgelijnde van de compositie soms een sympathieke slordige slag van de ritmesectie krijgt.

Voor de laatste stukken is het compositorische woord weer aan de oude garde. Hier valt de puzzel swingend in elkaar met thema’s die met haken en ogen aaneen hangen en met de nodige rek gespeeld worden. Vooral Cyrille maakt het in ‘Chiara’ (een wals van pianist Curtis Clark) erg bont. Ongegeneerd gaat hij vooruitlopen op de rest, om dan even in te houden en weer aan te pikken.

Nog fraaier is zijn werk in ‘Tribute to Bu’, opgedragen aan Art Blakey. Met zijn toms in een majeurakkoord gestemd, kan hij uit zijn drumkit militaire bugelformules halen die hij later gaat verwerken. Even goed laat hij het ritme lekker doorrollen, maar tot de explosiviteit van Blakey laat hij het niet komen. Zo blijft ook dit nummer eerder speels. Maar dat is dan ook gedaante waarin het Trio 3 in het gezelschap van Vijay Iyer het best functioneert.

Meer over Trio 3 & Vijay Iyer


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.