Rebels,  baldadig, boud en poëtisch. Soms is het eenvoudig om een plaat te bespreken. Wat in een ander leven doorgaat als de ritmesectie van Flat Earth Society, zet onder de naam Too Noisy Fish een intrigerende, nerveuze set  neer. Pianist Peter Vandenberghe laat zich op ‘Fast, Easy, Sick’ vergezellen door Teun Verbruggen op drums en Kristof Roseeuw op contrabas.

Hij pende negen van de elf nummers neer en verrast door zijn speelse, ruimdenkende aanpak van het pianotrio. Zijn schelmse kijk op jazz bracht hem in de eerste plaats bij FES en in zijn trioformule neemt hij nu even tijd om deze uit te spitten. Het grote verschil is dat Vandenberghe op ‘Fast Easy Sick’ geen encyclopedie aan instrumenten nodig heeft om zijn ideeën neer te zetten. Hij steunt zijn nummers op vier basisprincipes: ontroer,  confronteer, ontwricht en werk op de lachspieren. 

De plaat opent ingetogen met een dromerig pianothema dat begeleid wordt door volle, diepe noten van de bas. Het geheel klinkt als de ijle Scandinavische jazz van E.S.T. Al na de eerste twee maten wordt het perfect plaatje bruut onderbroken door Verbruggen die meteen duidelijk maakt dat  Too Noisy Fish ook daadwerkelijk lawaai willen maken: hij valt woest roffelend in met een drumkit die van de trap lijkt te donderen. 

’13 Potatoes’ zet zo meteen de toon in van ‘Fast Easy Sick’. Schoonheid is hier wreed. Onderhuidse spanning en ontwrichtingen zijn de norm.

Aanvankelijk houdt de piano zijn zachtromantische motiefje vol, maar de verlokking van de scheve schaats rijdende drums zijn te sterk en al snel evolueren de stuwende bas en de piano naar een ontwrichte, geschifte wals waarin ze Verbruggens kronkelende ritmes gretig volgen. Na even terug te grijpen naar de balladeformule schakelt het trio over naar een sloom hoppende reggaegroove waarin eenieder zijn best doet om niet in de pas te lopen.

De communicatie en het samenspel is van de bovenste plank en de drie blijven nieuwe ideeën afkomen en houden van plotse verrasingen. Zo begint  ‘Amen Yourself/Ultratonic’ vlijmscherp met een harde slag op de cimbalen die de luisteraar bij de zaak houdt.

Een gefilterde drum ‘n’ bassgroove trekt dan de zaak nerveus op gang. Over deze eerste drumlaag legt Verbruggen nog een extra drumlijn die voor extra punch zorgt. Verbruggen speelt ten volle met deze dubbelheid en door de aparte versterking van Verbruggens drumkit komt er nog een derde ritmische laag bij. Een droge galm geeft een vuile rand aan zijn grooves, zodat elke slag resoneert in de volgende.

De repititieve baslijn is simplistisch, maar doet het werk: grooven. Het opgedraaide tempo geeft Vandenberghe vleugels. De pianist smijt wild hoge, dissonante arpeggio’s door het hectische gedrum. Die beantwoordt hij zelf met snelle, zware baslijnen die door veelvuldig gebruik van de pedalen meebouwen aan de prettiggestoorde chaos. Met bevelende, tegenspartelende blokakkoorden dwingt hij de band een versnelling lager waarna hij zijn companen via een uitmeanderende arpeggio naar een overpeinzende intermezzo leidt waarin hij traag een melodie ontwikkelt die hier en daar flirt met de klassieke muziek. De heldere melodie wordt dan onderbroken door een langzame crescendo van de gefilterde drums en de geflipte carrouselrit vertrekt weer.

Op geen enkel moment doet de band vermoeden dat hier slechts drie muzikanten aan het werk zijn. Door het enorm brede gebruik van de klankkleur van elk instrument, de gedurfde tempowisselingen, de versnipperde traditie en de ongebreidelde energie lijkt hier het volledige FES-orkest aan het werk te zijn. Het groteske FES-kantje komt vooral in ‘Curly Wurly, Napoleon’ bovendrijven.  Bijna zeven minuten lang wordt de luisteraar meegenomen naar verschillende werelden die in elkaar kluwen. Een heerlijk soepele walking bass zorgt voor de donkere onderbuik van het nummer. Verbruggen zet een vette swing in, maar volgt al snel de hoekige pianomotiefjes met een rammelende groove. Een sappig Gents stelt de prangende levensvraag die iedereen beantwoord wil zien: “Ne Curly Wurly, of een Napoleon? Wa goat zin?” Het antwoord is een stukje vrije improvisatie waar Vandenberghe als bezeten over zijn piano vliegt waarin hij zijn linker- en rechterhand vinnig tegen elkaar laat vechten.  Na een bassolo valt de groep even stil en contrasteert de groep vooral vreemde klanken met stilte. Uit deze onaardse dimensie vloeit echter al snel  een schizofreen patroontje dat in groep afgerateld wordt. Deze ontaardt niet in een climax, maar start het nummer lichtjes ongeïnspireerd van voor af aan, een jammerlijk einde voor een anders bijzonder straffe compositie.

Too Noisy Fish toont op zijn plaat over een brede woordenschat te beschikken. ‘Fish That Can Swing’ opent als een vrolijke blues zonder zorgen.  ‘Sick Jazz’ is een zenuwachtige vrije improvisatie waarin Roseeuw schittert door unheimliche metalige klanken uit zijn bas te strijken. ‘TBC (To Be Cancelled)’ toont het trio dan weer van zijn gevoelige balladekant zonder dat er vuurwerk aan te pas komt.

‘The Sky is Falling’ is een sterke cover van de rockformatie Queens of the Stone Age. Het stevige rockmetaal wordt hier vervangen door een daverende piano, woeste bas en razende drum. De aanpak hier is misschien vergelijkbaar met wat The Bad Plus de drie al voordeed, met het grote verschil dan dat er bij dit Belgisch trio een stevig paar onderhangt. De zanglijn wordt knap verdeeld tussen piano en een hysterische strijkende bas.

Too Noisy Fish levert met ‘Fast Easy Sick’ een van de strafste platen af van het jaar. De rebelse jazz klinkt altijd fris, nooit intellectueel en lijkt gespeeld te worden door een bataljon muzikanten. Hun onuitputtelijke stroom van ideeën, hun rijke vocabularium en hun hyperkinetische samenspel maken van ‘Fast Easy Sick’ een ruwe diamant die de luisteraar kan blijven slijpen.  

 

Meer over Too Noisy Fish


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.