Saxofonist Tony Malaby is vooral bekend van zijn bijdragen aan het Liberation Music Orchestra van Charlie Haden en als regelmatig gastsolist in het trio van Fred Hersch. Met zijn eigen projecten, zoals het Cello Trio met Fred Lonberg-Holm en John Hollenbeck, is het publiek buiten het New Yorkse jazzmilieu jammerlijk genoeg minder vertrouwd. Nochtans laat deze Amerikaan met Mexicaanse roots dankzij een krachtige sound en een schijnbaar oneindige creativiteit keer op keer een diepe indruk na. Ook 'Paloma Recio' zal waarschijnlijk niet voor de grote doorbraak zorgen, hoewel het zonder meer een hoogtepunt is in het voorlopige oeuvre van deze unieke tenorsaxofonist.
Malaby schreef een handvol diverse composities, die meestal samen te vatten zijn in een thema van slechts enkele noten. Voor de uitvoering heeft hij een duidelijke voorkeur voor het vrije rubato-spel. Toch speelt het kwartet in 'Obambo' een boeiend spelletje muzikale pingpong met het pulserende gitaarmotief van Ben Monder en de ankerende baspartij van Eivind Opsvik. Samen met de zenuwachtig aanzwellende drumpartij van Nasheet Waits vormen ze de perfecte springplank voor een losgeslagen Malaby. In het wervelende 'Alechinsky' weet de groep opnieuw een hoogtepunt te bereiken dankzij een weergaloos stuwende Waits. De onuitputtelijke roffels en rimshots op snaredrum en toms zijn visueel amper voor te stellen. De ijle en lang aangehouden tonen van Malaby en Monder zorgen ervoor dat deze meesterdrummer zijn plaats in de spotlights met overtuiging weet in te nemen.
Bassist Eivind Opsvik doet met zijn koppige stijl denken aan het spel van Charlie Haden. Het stelselmatig opschuiven van noot naar noot, waarbij hij zoals een bekraste plaat wel eens hardnekkig kan blijven hangen, zorgt in 'Third Mystery' voor de nodige aardverschuivingen. Hier komt het samenspel tussen Malaby en Monder op zijn mooist tot uiting. Het instrumentale call and response-patroon transformeert het stuk eerst in een fraaie harmonie, waarna het echter steeds bitsiger en nerveuzer wordt, met scherpe uithalen en enkele vingervlugge loopjes. Het geïmproviseerde drietal 'Hidden', 'Boludos' en 'Puppets' zijn muzikale doedels waarin Malaby zijn veelzijdigheid etaleert met schurende glissando-passages en het rauw, percussief tokkelen van het riet. Zijn spel typeert zich misschien nog het meest door een uitmuntende beheersing van het hoge register, zoals hij in 'Alechinsky' met verve demonstreert. Ook in 'Loud Dove' (de letterlijke vertaling van 'Paloma Recio') gaat Malaby met de prijzen lopen. Een verwarde, met de strijkstok gespeelde baspartij, wordt hier door de onderhuidse druk van Monder en Waits tot ontploffing gebracht in de vorm van enkele scherpe en wiegende uithalen van de tenorsax, ondersteund door de hele groep. Malaby baant zich vervolgens al solerend een weg tussen de weinig afgelijnde maar altijd bewegende interactie van zijn band, die typisch is voor dit album.
Gedreven door zijn eigen creativiteit en geïnspireerd door de samenwerking met een bende hongerige musici maakte Tony Malaby met 'Paloma Recio' de plaat die hij wilde maken. Veel nieuwe zieltjes zal hij er misschien niet mee winnen, maar wie de kans krijgt om dit kleine meesterwerkje op de kop te tikken hoeft geen seconde te twijfelen.
Meer over Tony Malaby
Verder bij Kwadratuur
Interessante links