Tommy Lee is sinds 1980 de drummer van de glamrockbende Mötley Crüe en had in 1999 het cross-over-project Methods of Mayhem in handen: veel wereldschokkends heeft hij dus niet op zijn palmares staan. Maar nu de man zich ook geroepen voelt te zingen en een soloalbum uit te brengen, is het helemaal huilen met de pet op. Lee's biografie in het CD-boekje leest: "While rock historians imagine what Keith Moon or John Bonham could have achieved had they not checked out early, another legendary drummer is enjoying a heap of midlife success". Het feit dat Tommy het lef heeft zichzelf te vergelijken met twee drumlegendes uit de rockgeschiedenis, schetst mooi het beeld dat hij van zichzelf heeft. Bij deze CD hoort namelijk ook de zelf geregisseerde TV-serie 'Tommy Lee Goes to College': het kan niet op. Jammer genoeg is het originaliteitsgehalte van 'Tommyland: the Ride' nihil en is elk hoorbaar geluid enkel en alleen het gevolg van clichématige productietrucs.

Lee is en blijft een drummer en hij kan nauwelijks zingen. Zijn stem klinkt steeds hees en droog en als er moeilijke stukken zijn, schakelt hij gastzangers in. En die zijn er bij de vleet: Andrew MacMahon (van Something Corporate) zingt mee op het voorspelbare én langdradige 'Hello Again', dat vol zit met brave effectjes en plastieken erotiek. Op de akoestische versie van dit nummer (de bonustrack) zat trouwens echt niemand te wachten: het draagt niets bij tot het origineel. Verder zingt luxediertje MacMahon met een geforceerd pathetische stem het dramatische 'I Need You' in, dat na een beloftevolle intro in elkaar zakt als een ongeïnspireerde pudding. In de rocker 'Trying to Be Me' komt Chad Kroeger van Nickelback gitaar spelen: met een catchy maar ondermaatse gitaarlijn is dit een afgedankt Nickelbacknummer, ingezongen door Lee (jammer dat Kroeger zelf niet zingt, want die heeft wél een goede stem). Joel Madden, zanger van Good Charlotte, klinkt in 'Tired' als een klein jodelend meisje; Lee piept rustig zijn eigen vloekjes weg en hoewel de klank uiteraard perfect verzorgd is, kan een tekst als "Tommy got tired of Pamela / Ed got tired of Salma / Puffy got tired of J-Lo and Ben did too / I'm just tired of you" de schaamteloze zelfprostitutie van Lee niet verbergen. Om dit extra te bevestigen, is er het volstrekt irrelevante intermezzo 'The Butler', waarbij een antwoordapparaat vertelt: "Good day, this the English butler for young master Thomas Lee. Unfortunately he's away at the moment, but I will deliver your message on my silver platter, just as soon as I've finished picking up all these silk-stockings, quarterbelt panties and high heels: the visitors do seem to leave a lot of those behind". De irritante overslaande stem van Dirty Harry sleurt het duet 'Makin' Me Crazy' eindeloze dieptes in en voor het bijna grappige 'Say Goodbye' vond Lee het zelfs nodig Backstreet Boy Nick Carter te rekruteren (toch wel). Plots stoppende beats, overgangen van mono naar stereo, achtergrondzang in één box, rappende zangstukjes, opvullende keyboards en slappe geluidseffecten...: àlles op dit album is fake.

Het blijft eigenaardig dat een wandelende tattoo als Tommy Lee een album met zeemzoete rockertjes maakt. Als er iets is dat moet toegegeven worden, dan wel het feit dat Lee's drumpartijen gepast klinken. Het reusachtige productieteam (met onder andere Butch Walker, songschrijver van Avril Lavigne) dat achter hem staat zorgt ervoor dat alles langs gladde plooien glijdt. Dit zorgt in 'Sister Mary' voor een goed geschreven solosectie en hier en daar voor een aanhoorbare melodie, maar dat is dan ook meteen het enige dat op 'Tommyland: the Ride' geen plaatsvervangende schaamte oproept. Als drummer bij Mötley Crüe heeft hij tot hier toe nog nooit een scheve schaats gereden, maar solo klinkt Tommy Lee op z'n beste momenten als Bryan Adams in slechte dagen. Helaas.

Meer over Tommy Lee


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.