Dit is een cd om stil van te worden en te blijven: een soundtrack voor de romantiek van veel te kleine studentenkamertjes in New York. Een 'La Bohème' van deze tijd, waarin de personages zich niet (zoals in Puccini's opera) situeren temidden van romantische, gekwelde dichters en schilders, maar in een grootstadse weemoed van klezmer, zigeurmuziek en rootsklanken.
De muzikale smeltkroes waarmee de New Yorkse scene nu al jaren boeiende groepen aflevert, is bij het Tin Hat Trio nooit extreem: invloeden blijven invloeden. Wat centraal staat is de puurheid van de melodie, hetgeen heel geconcentreerde muziek oplevert. De arrangementen zijn niet echt polyfoon, daarvoor is de plaats van de hoofdmelodie te centraal. Toch krijgt elke begeleidende partij een eigen rol in het geheel zodat de muziek heel licht en zwierig klinkt. Bovendien wordt de toon op 'Book of Silk' ook weer bepaald door de unieke instrumentencombinatie. Met een centrale plaats voor (alt)viool, accordeon en akoestische gitaar(-achtigen) is het chanson nooit ver weg. Trompet, prepared piano en speelgoedpiano en de mandolineachtige klank van de marxophone (citer) passen echter al minder in het clichébeeld, om van de gasten Zeena Parkins (harp) en Bryan Smith (tuba) nog maar te zwijgen.
Waar sommigen zich met een dergelijke klankrijkdom al zouden beperken tot louter jammen, doen de muzikanten het hier heel wat nauwkeuriger. De perfectie en de zuiverheid waarmee gespeeld wordt en de voorzichtigheid van de solo's vergroten alleen maar de impact van de muziek. Alleen op deze manier kunnen harp en tuba perfect geïntegreerd worden. De subtiele klankmenging van 'The Clandestine Adventures of Ms. Merz' of het zuchtende ensemblespel van 'Company' maken brandhout van het cliché dat muzikale perfectie gevoel zou doden.
Met hun typische klankcombinatie en traditionele composities roepen het Tin Hat Trio en hun gasten meer dan eens de nostalgische sfeer van oude, grijsbruine stadsbeelden op: paardentrams, bolhoeden, hoepeljurken, wandelstokken en paraplu's. Maar 'Book of Silk' gaat verder. Parkins harp zorgt voor het benevelende of het sprookjeselement terwijl de glijdende dobro zwemen blues en country door de muziek stuurt. In 'March of the Smallest Feet' komen deze uitersten samen in een mysterieuze combinatie van roots, betoverende mist en oosterse mystiek. Ook 'Hotel Aurora' klinkt buitengewoon. Op de latinachtige gitaarpartij wordt een weemoedige melodie geplaatst door viool en accordeon, waarbij andere strijkers zacht fluitend komen rondspoken.
Wie het iets abstracter wil, kan terecht bij 'Elliott Crater Family'. Hier wordt alles op klank gezet met het geluid van rammelende snaren en het onvatbare tingelende van harp, piano en gedempte, waardoor de melodie naar het achterplan verwezen wordt. In 'Light Black from Pole to Pole' mag dan een accordeonmelodie rondhangen, de twee door elkaar wriemelende strijkers zouden zo weggelopen kunnen zijn uit een klankweefsel van Ligeti.
Het afsluitende 'Empire of Light' is de enige track met een vocale inbreng. Omringd door strijkers, klarinet en akoestische gitaar wordt Carla Kihlstedt een jaren '30 chansonnière, gehoord vanuit de radio. En de nostalgie wordt weer eens betovering.
Meer over Tin Hat Trio
Verder bij Kwadratuur
Interessante links