Dit kwintet uit Oostende laat zijn publiek al eens graag wachten, zo blijkt. Want de heren kwamen in 2009 nogal abrupt aandraven met een prettig ep’tje vol catchy britpopsongs dat al snel uitmondde in enkele singles die zelfs hitlijsten op stations als Radio 1 of Studio Brussel haalden. En dan … stilte. De band duchtig op de lappen geweest (zoals de titel van dit debuut aangeeft), want pas twee jaar later ligt de volledige langspeler in de rekken. Maar het resultaat is om fier op te zijn, want het is toch niet veel voorkomend dat een eerste boreling met twaalf liedjes zich zo vlot laat uitzingen.

Het concept is dan ook eenvoudig. Zorg voor een zanger met een eigen timbre – in dit geval een nogal overtuigende, net buiten de lijntjes kleurende stem -, vlot in het oor liggende gitaarmelodieën en opgewekte, vaak ritmisch onderbouwde drumbeats. Thin Line Men klinkt op en top Engels en onderbouwt zijn rechtdoor dravende popsongs met een zweverige, licht psychedelische toets. Alles draait om harmonie: een introverte ballade als ‘All the Guns on the Western Front’ wordt subtiel ondersteund door een weggetrokken orgel en doorsneden met slaggitaar, waardoor een mooie, drievoudige melodielijn tussen toetsen, ontdubbelde zang en snaarwerk ontstaat. Een dancebeat eronder en de vlotte drive van deze single is compleet.

Dat laatste is trouwens een klein mankement van dit album. Thin Line Men grijpt graag terug naar vierkwarts discoritmen of eenvoudige breaks, wat een té vette knipoog naar de rave-, madchesterscene van de jaren ’90 oplevert. Dat is zonde, want de meeste liedjes op deze plaat stappen juist subtiel af van een al te eenvoudige structuur door een opbouw van door elkaar vloeiende partijen of gepaste karakterwijzigingen. Het iets langzamere ‘Blindfold’ haalt er te gepasten tijde een piano bij die een mooie brug bouwt tussen het energieke en introverte stuk van het nummer. Probeer maar eens te focussen op het mooie spel van bassist Glenn Rotsaert, die mooi ondersteunende lijnen weet neer te zetten, maar ook lekker uitglijdt op kantelmomenten en zichzelf al eens een solomomentje toe-eigent.

Daarnaast zijn nog enkele kleine pijnpuntjes te noteren. Zo zijn de sterkste tracks ook meteen diegene die al van vroeger gekend zijn, met ‘Handbag Bird’ als absolute topper: een perfecte synthese tussen sfeerelektronica, catchy poprock en beweeglijkheid die toch een aantal leuke weerhaakjes bevat. Verder is tekstuele sterkte niet altijd de grootste troef. Een zanger die voortdurend over zichzelf verhaalt en clichés als “Most of the time I’m happy. Most of the time I’m quiet broken” bovenhaalt, komt niet meteen met wereldnieuws af.

Ondanks enkele te vlotte uitglijders, blijft ‘Out on the Tiles’ netjes overeind. De plaat heeft pit en zoiets is veelbelovend voor de toekomst voor deze band. Dit is dan ook een verdienstelijk debuut, dattoch ergens het gevoel opwerpt dat er meer in Thin Line Men zit. Gooi in elk geval die ritmebox maar buiten.

Meer over Thin Line Men


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.