Als de nieuwe Big Bang, zo klonk één van de eerste singles van The Vines. Het alles verpletterende 'Get Free', garagerock pur sang uit de debuutplaat 'Highly Evolved', zorgt er in 2002 namelijk mee voor dat de schrijvende muziekpers een nieuw troetelkind bij heeft. Vooral in Groot-Brittanië en thuisland Australië worden The Vines de hemel ingeprezen en wordt hen een grote toekomst voorspeld, ook al omdat zanger-gitarist Craig Nicholls zowel op het podium (schreeuwerig en rockend als de beesten) als ernaast (zelfdestructief en verslaafd aan allerhande geestesverruimende middelen) een grote gelijkenis vertoont met ene Kurt Cobain. Dat deze voorspelling uiteindelijk op niets uitdraait, is in grote mate toe te schrijven aan diezelfde grillen van de frontman. Bandleden willen niet meer met hem samenwerken en ook managers en platenfirma's worden stapelgek van zijn gedrag. Later zal blijken dat Craig Nicholls lijdt aan een vorm van autisme (het syndroom van Asperger), wat zijn gedrag ten dele verklaart. Pas na de nodige therapie en medicatie krijgt men hem weer enigszins op het juiste spoor.
Maar het is niet enkel het gedrag van Craig Nicholls dat de groei van de band afstopt, ook de twee zeer wisselvallige platen die na het debuut uitkomen ('Winning Days' en 'Vision Valley') doen niet veel goeds aan hun carrière. Wanneer er een 'greatest hits' album aangekondigd wordt na slechts drie albums, lijkt het er zelfs even sterk op dat de band het al voor bekeken houdt. Eind 2007 volgt echter snel het nieuws dat er wel degelijk een nieuw album zit aan te komen, en dat album is nu dus uit: 'Melodia'. Een eerste blik op de speelduur van het album en de afzonderlijke tracks duiden alvast niet op grote veranderingen. Nummers klokken steevast af onder de twee minutengrens (met 'True as the Night' als enige uitzondering) en het totale album duurt met zijn 14 nummers niet langer dan een dik half uurtje. De boodschap van The Vines is dus telkens kort en krachtig, maar jammer genoeg na een tijdje ook vervelend en uiteindelijk zelfs enerverend.
Knallende rocksongs worden net als op voorgaande albums weer afgewisseld met rustigere en naar Britpop neigende semi-akoestische popnummers. Maar ook nu blijven The Vines in hetzelfde bedje ziek: nergens blijft het goedje echt kleven en er wordt nauwelijks aan de juiste snaar geraakt die enige opwinding oplevert. Het album lijkt vervolgens meer op een verzameling demo's van een band die zoekend is en tussen de probeerseltjes niet echt veel vindt. Een voorbeeld hiervan en tevens het absolute dieptepunt van de plaat is het slechts 59 seconden durende 'Jamola', een veel kabaal makende en feedbackende gitaar wordt ondersteund door bas en drum en dan... niets meer, over en uit. Geen idee wat hiervan ook maar de bedoeling kan zijn, behalve dan om de luisteraar verdwaasd achter te laten. Het daarop volgende 'True as the Night' is, zoals eerder vermeld, de enige iets langere track (6:07) op het album. Dit zeurderige nummer heeft dan weer veel te weinig inhoud om te kunnen blijven boeien tot het eind. Als er dan toch enkele lichtpunten aangeduid moeten worden: opener 'Get Out' doet het kunstje van doorbraaksingle 'Get Free' nog eens lichtjes over en de venijnige rocksong 'Braindead' is een nummer in de bovenste beste Nirvana-traditie. Maar dat is dan ook echt alles wat er te rapen valt op 'Melodia'.
Nee, het zal wel nooit nog iets gaan worden met The Vines. Nu frontman Craig Nicholls zijn demonen onder controle blijkt te hebben, duikt er voor hem en zijn bandleden duidelijk een nieuw probleem op: creatieve armoede. De muzikale bronnen van The Vines staan op 'Melodia' namelijk zo leeg als de vaten bier na een studentenfuif. Vlug vergeten deze plaat en uiteindelijk misschien wel heel deze band.
Meer over The Vines
Verder bij Kwadratuur
Interessante links