The Van Jets blijven één van de publiekslievelingen van alternatief Vlaanderen. De muzikale vloedgolf die deze vier heren zo’n acht jaar geleden creëerden, lijkt zelfs nog in intensiteit toe te nemen. Met de vierde studioplaat wordt alleszins hoog ingezet. Het ruige, ongepolijste kantje van de band mag dan wat bijgeschaafd zijn, aan sterkte wordt niet ingeboet. Met de meer dan energieke Subs-frontman Jeroen de Pessemier – de band regelmatig dwingend tot verkleedpartijen in de studio –achter de knoppen en aanvullend op synthesizers heeft de groep zich voor ‘Halo’ in een avontuur gestort dat passeert langs de feeërieke studio van Philippe Zdar (Cassius) in Montmartre, de caravan van Tchad Blake (Black Keys) in Wales of achter de dj booth van The Subs in een trendy discotheek.
Die speelsheid en vernieuwing siert. Plots flirten The Van Jets met beats en psychedelische synthesizers (‘Mystify’), klinkt het combo gefreakt in plaats van stoer en gecontroleerd en lijkt het alsof veel kan, maar niets moet: allemaal zonder twijfel dankzij de inbreng van De Pessemier. Veel songs zijn in een paar keer of zelfs een enkele take opgenomen, er wordt al eens een toets op het orgel gemist, maar dat zorgt juist voor extra spontaniteit. ‘Halo’ klinkt dan ook fancy en feestelijk, met een gezond tikkeltje kitsch en retro. In tijden dat bands het moeilijk hebben om met een tien liedjes tellende plaat een ongeduldig publiek te plezieren, gooien The Jets er een dozijn in het rond en komen er nog mee weg ook.
Niet dat het altijd dolle kermis is. De hoge, ontdubbelde zang die het kwartet typeert en de instrumentale intro die afkomstig lijkt van een met lsd doordrenkte carrousel, sturen samen met een Zappa-achtige hoescollage wel aan op gekte. Maar zoals de bijna grijs gedraaide single ‘Here Comes the Light’ al bewees: the Van Jets nemen hun werk ernstig met gebalde, hoekige ritmen, krachtige en goed gecontroleerde solo’s en vooral weldoordachte, hitsige melodieën. Van het ronddansend orgelmotiefje en Das Pop-ritme op het catchy ‘Danger Zone’ (zonder twijfel goed voor een tweede single) tot het hobbelend klavierspel in een meer ingetogen ‘Mistify’: het album bulkt van de leuke vondsten en aangrijpende thema’s die songs vanaf een eerste luisterbeurt al tot instant klassiekers maken. Extra pluim overigens voor Johannes Verschaeve, die met zijn stem een mooi niveau heeft bereikt met een krachtige eigenheid en een internationaal karakter.
Het is altijd een uitdaging de minpunten van een plaat te traceren. Bij ‘Halo’ is het vrij eenvoudig: er zijn er geen. Pop, dartele elektronica en dolkomische psychedelica zijn verheven tot een prima geheel dat voldoende singles kan afleveren, maar zich niet aan hitlijsten hoeft vast te klampen.