“Robert Groslot Conducts his Concertos with Concert Band” is een verzameling van vier recente concerti en de bewerking voor harmonieorkest van een vroegere compositie (1979). Met uitzondering van het concerto voor marimba staat er telkens een blaasinstrument centraal, meestal met een muzikant van eigen bodem in de spots. Virtuositeit en uithoudingsvermogen van de solist worden danig op de proef gesteld, en volgens de componist is het concerto hiervoor het genre bij uitstek. Bovendien is een concerto interessant als verhaalvorm interessant. In tegenstelling tot de driedelige structuur van een klassiek concerto, kiest Groslot voor een eendelige structuur, iets tussen sonate en symfonie in, wat hem meer vrijdheid biedt qua variaties binnen de composities.
Enkel bij de opener, het ‘Concerto for Euphonium and Concert Band’, vond Groslot blijkbaar geen landgenoot-solist. Vreemd, want hoewel Steven Mead zijn euphonium tot volwaardig solo-instrument heeft gemaakt, een heel oeuvre ervoor heeft besteld en gemaakt (van studies tot composities) en de allereerste was die er voltijds zijn boterham mee kon verdienen, zou Glenn Van Looy zeker in aanmerking zijn gekomen voor deze taak. Het openingsthema van Purcells ‘Music for the Death of Queen Mary’ (ooit al bewerkt in de soundtrack van ‘A Clockwork Orange’) gebruikt Groslot als eerbetoon aan de barokcomponist, al is het maar met moeite te vinden. Dat thema wordt vermengd met Groslots inspiratie zodat men hier zeker van volwaardig nieuwe muziek mag spreken. De mooiste momenten zijn deze waar Mead volledig solo speelt. Volgens de hoestekst wordt Steven Mead met dit werk uit zijn comfortzone gehaald. Persmededelingen blijven grappig. Steven Mead heeft de vertrouwde sporen van de brassbandmuziek vaak verlaten, op zoek naar ander en meer, en zat nooit om welke uitdaging ook verlegen.
Voor het ‘Concerto for Saxophone and Concert Band’ werd saxvirtuoos, dirigent en muziekpedagoog Norbert Nozy opgetrommeld, al vier decennia een topsolist en tevens gewezen dirigent van de Gidsen. Over vier delen – ‘Statement’, ‘Scherzo’, ‘Lamento’ en ‘Conclusion’ – gespreid speelt hij altsax, in het scherzo echter afgewisseld met sopraansaxofoon. ‘Statement’ en ‘Lamento’ zijn introvert van aard, terwijl het ‘Scherzo’ en het slot opvallen door speelsheid. Net als bij het euphoniumconcerto valt het werk op door de enorme afwisseling: ingetogen momenten, soms helemaal solo, lossen forsere uithalen af. De enorme climax maakt dat het venijn voor de solist vooral in de start zit.
Bruggeling Peter Verhoyen, onder meer medeoprichter van het Arco Baleno-ensemble, is de solist van dienst in het ‘Concerto for Piccolo and Concert Band’. Meteen valt het contrast op tussen de lage, donkere klanken van de begeleiding waarboven eerst de piccolo fladdert, gevolgd door andere instrumenten in het hogere register, waardoor het bijna iets Messiaen-achtig krijgt. De speelsheid van de sololijn klinkt bedrieglijk eenvoudig, is voor de toehoorder een uiterst aangename ervaring en zelfs in de ingetogen passages klinkt de weemoed nooit fataal.
Het virtuoze 24ste caprice van Paganini heeft heel wat componisten in diverse muziekgenres geïnspireerd om een variatiereeks hierop te schrijven. Eind jaren’70 laafde ook de nog jonge Robert Groslot zich aan dat werk om ‘Achaé, la Docile Amie’ te schrijven. In het spoor van Liszt, waar hij kennelijk grote bewondering voor heeft, koos hij voor een hervariatie (al wordt elke variatie hier bovendien twee maal getransformeerd) waarbinnen solist Vlad Weverbergh mag schitteren. Voor deze klarinettist is geen genre te min en hij geniet bekendheid zowel binnen folklore (klezmer) als klassiek, gaande van Schumann en Mozart tot 21ste-eeuwse avant-garde. Net als bij het piccoloconcerto valt ook hier het speelse karakter van de muziek op, met een knipoog naar meer volkse genres.
Als enige niet-blaasinstrument in deze soloreeks komt de marimba aan de beurt, in handen van Carlo Willems. Ook hij heeft lak aan hokjes en is, gerenommeerd in klassiek, ook veel met jazz bezig. Voor het ‘Concerto for Marimba and Concert Band’ bestudeerde Robert Groslot een reeks schilderijen van de hedendaagse kunstschilder David Hockney, verzameld onder de titel ‘The Arrival of Spring at Woldgate, East Yorkshire, in 2011’, wervelende schilderijen van bossen in felle kleuren. In tegenstelling tot de felle kleuren, die echter niet storen maar harmonieus in de doeken verwerkt zijn, klinkt de marimba zacht van natuur. Meer dan in de andere werken op deze cd is er een zeer intense dialoog tussen orkest en solist merkbaar.
Met deze release bewijst Groslot dat zijn sinds vijf jaar kwantitatief toch grondig aangegroeide oeuvre geenszins de kwaliteit ervan schaadt.