The Nu Band plaatsen is geen sinecure. Inderdaad, ze durven het metrum al eens loslaten, maar tegelijkertijd denken ze duidelijk vanuit composities en blijft het geluid heel gaaf en esthetisch: geen brutaliteit, zelfs geen grote gebaren. Qua freejazz is The Nu Band dus alles behalve clichématig te noemen en dat opent heel wat mogelijkheden. Zo laat een track als ‘Relentlessness’ mooi horen dat de groep van verschillende walletjes eet: na een hoekige en scherp uitgevoerd thema komt er ruimte komt voor vrije polyfonie, al dan niet met een naar militaire drums refererende Lou Grassi.
The Nu Band investeert niet in grote dynamische ontwikkelingen, maar in brede episodes waarin de solisten vaak melodisch hun gang gaan. Vooral trompettist Roy Campbell kiest daarbij voor een klassiek geluid in plaats van effecten. Van nature is hij het best thuis in de zachtere stukken als ‘Little Piece’, met een bescheiden sound, Mark Whitecage op klarinet, Grassi met brushes en Joe Fonda spokend op contrabas. Voorzien van een demper klinkt Campbell fraai omfloerst, wat mooi aansluit bij zijn pure benadering. Links en rechts plaatst hij een citaatje van Coleman, Monk of Parker, wat niet voorkomt dat de spanningsbogen in zijn solo’s soms niet tot op het einde lopen.
Whitecage daarentegen weet de stroom wel op gang te houden. Beweeglijker en steviger dan Campbell zit hij af en toe op het randje van de klassieke saxtoon, maar hij houdt het geluid doorgaans gaaf.
De melodische benadering van zijn collega’s is ook te horen in het drumwerk van Grassi dat door de gelaagdheid erg vol klinkt, zonder dat het over de andere muzikanten heen walst. De drijvende kracht achter de muziek is echter Fonda die vanuit de bas de muziek echt kan sturen. Hij beheerst de verschillende registers van het instrument, gaat onvermoeibaar tekeer met een stevig geluid en speelt met een grote, volwaardige zelfstandigheid die de begeleidingsfunctie die de bas nog vaak krijgt ver overstijgt.
Echte verrassingen zijn er op ‘Relentlessness’ niet te horen, wat gelukkig niet betekent dat de muziek steeds in hetzelfde straatje vertoeft. In ‘Parallell Realities’ drijven de blazers à la Ornette Coleman in een vrij metrum van de ritmetandem, terwijl ‘BH And I’ de meer swingende kant van de groep belicht, maar dan wel een swing die gestuwd wordt vanuit de onderste regionen. Bas en drums rollen de loper uit voor de blazers en het kwartet geeft een prachtige demonstratie van hoe tight een collectieve improvisatie kan klinken.
Het hoogtepunt van het album is echter het meer dan twintig minuten durende ‘Camel Caravan’ dat nauw aansluit bij het zwoel-schommelende repertoire van Masada. De afwisseling van compositie en improvisatie, de dynamische contrasten en de geregeld doorschemerende harmonie zorgen voor een volgehouden spanningsboog. Whitecage wordt door Fonda en Grassi speels opgejaagd, waardoor hij moet blijven bewegen.
Echt new is de muziek van The Nu Band niet te noemen, maar het samenspel en de muzikaliteit van de band blijft staan als een huis. Menige nieuwlichter kan nog een aardig puntje zuigen aan dit kwartet, waarvan de jongste een vijftiger is en de oudste de zeventig gepasseerd . Wie reclameerde daar over het optrekken van de pensioenleeftijd?