Het komt uit besneeuwde donkere Zweedse bossen gekropen in lange zwarte overjassen en met ravenmaskers op. Het gaat hier voor één keer eens niet over de zoveelste black metalgroep, wel over het elektronicaduo The Knife. Broer en zus Olof en Karin Dreijer uit Stockholm begonnen hun geheimzinnige project in 1999, helemaal geïsoleerd van de buitenwereld en via hun eigen label Rabid Records. Volledige creatieve controle en compromisloosheid zijn de pijlers waarrond ze werken. Ze schuwen alle commercie en kanaliseren hun muziek via experimentele video's. Hun derde album 'Silent Shout' ziet vandaag na twee jaar werk eindelijk het nachtlicht... en het mag er zijn.
Het titelnummer en tevens eerste single opent deze obscure trip met suggestieve synths, handklapjes die aan de eighties-gothic van The Sisters of Mercy doen denken, meeslepende elektronicapercussie en een stem die bulkt van de effecten. The Knife creëert meteen een geheimzinnige sfeer: de occulte synths doen denken aan de nihilistische soundscapes vanop de laatste albums van het Noorse eenmansproject Burzum. Het zware accent van de redelijk onverstaanbare zang is in deze context zelfs gepast. Een ophitsend dancenummer 'Neverland' bevat een mengeling van moderne en vintage klanken én een melodie die bijna middeleeuws aandoet, wat het geheel meteen weer een griezelige nasmaak geeft. Karin's zang zweeft tussen hysterisch en kinderlijk, Olof's stem klinkt hier klassiek en ginder monotoon. In 'Na Na Na' doet de combinatie van een romantische intro en schattige zang denken aan een morbide mix van Sigur Ros en Enya op speed; spacy jaren-vijftig-horrormuziek zou eveneens een gepaste term kunnen zijn. Verder bevat het album nog ouderwetse industrialtoetsen ('The Captain'), poliritmische en dissonante electro ('We Share Our Mother's Health') en catchy technobeats die de luisteraar op een poppy manier verdoven en omringen ('Like A Pen'): enerverend en rustgevend tegelijk.
Het venijn van het album zit in de staart: in het behekste sprookje 'From Off to On' klinkt de zang zowel vrolijk als depressief, geaccentueerd door een speelse Kraftwerk-synth. Maar er is ook plaats voor humor: 'One Hit' is met een zware Björk-invloed en een modern industrialgeluid bijna een pastiche van een technohit. Het refrein How how how how / Hoow hoow hoow hoow is pienter en geestig; wanneer er een marimba en een halve operastem voorbijkomen, wordt het helemaal hilarisch. Afsluiter 'Still Light' is dan weer een soundscape met spookachtige zang: bloedmooi en toch huiveringwekkend. Verder verdient ook tweede single 'Marble House' een eervolle vermelding: een technoballad met spannende keyboards, echoënde castagnetten en klassieke mannenzang die al bij al toch consistent klinkt, faut le faire.
'Silent Shout' is meeslepend, verzachtend, vlijmscherp en kriebelig tegelijk. Desondanks de aanstekelijke passages blijft dit werk angstaanjagender dan het gemiddelde Scandinavische metalalbum, net omdat het zo abstract klinkt. Een absolute aanrader, maar niet als soundtrack te gebruiken tijdens nachtelijke wandelingen.
Meer over The Knife
Verder bij Kwadratuur
Interessante links