Drie jaar na het verschijnen van de plaat in de VS kan nu eindelijk ook het Europese publiek kennismaken met 'Wonder Wheel', het album waarop The Klezmatics teksten van Woody Guthrie – die hijzelf nooit heeft kunnen opnemen – van muziek voorzien. Dat werd dringend tijd, want het album laat horen hoe ongecompliceerd en fijngeslepen het songschrijverschap van de verschillende leden van de groep is. Het wachten wordt bovendien extra beloond met vier bijkomende tracks die niet op de originele release terug te vinden zijn.
'Wonder Wheel' is niet meteen een standaard klezmerplaat geworden, maar een album vol variatie en tegenstellingen. Lorin Sklamberg deelt zijn rol als leadzanger met violiste Lisa Gutkin en Susan McKeown en compositorisch is de Joodse traditie slechts een element in het geluid van dit album. Dat bevat even goed ontroerende folk, voorzichtig bezwerende psychedelica, oosterse elementen in songs met loepzuivere melodieën. 'Come When I Call You' is een melodieus stapellied (met vreemde metrische accenten), dat de luisteraar waarschuwt voor destructieve kracht van de oorlog, terwijl in het ontroerende 'Orange Blossom Ring' een getrouwde vrouw haar grote geheim toevertrouwt aan de luisteraar. Meer expliciete klinkt de klezmer door in het oorlogslied 'Goin' Away to Sea' met de ingehouden dansambiance van accordeon en blazers of in Joodse waggelmars 'Condorbird'. 'Pass Away' is dan weer duidelijk schatplichtig aan de psychedelische, Indische periode van de Beatles.
Bij de mooiste momenten zijn echter twee songs die sommige luisteraars glimlachend zullen aanhoren. 'Mermaid's Avenue' van trompettist Frank London is een onbeschaamd commercieel folknummer met de allures van een verslavende zomerhit in een bijzonder fijn arrangement. 'Heaven' (dat de originele versie van de plaat afsluit) drijft in de naïviteit. De wiegende compositie van bassist Paul Morrissett sluit zo mooi aan bij de utopische, hyperrechtvaardige maatschappij met communistische inslag die door Guthrie met de nodige zelfrelativering opgeroepen werd.
De vier nummers die bij doorstart van de plaat toegevoegd werden, zijn van de hand van Frank London en Lorin Sklamberg. Ze situeren zich duidelijk in de klezmersector, maar wel elk op een heel eigen manier. 'Faith Will Heal You' is een stomper waarvan het arrangement mooi van strofe tot strofe wordt opgebouwd, 'I Take my Penny' laat een waggelende vraag- en antwoordstructuur horen (waarbij het koor van de hele band reageert op de voorzang van Sklamberg) en het metrisch vrije 'Going Up the Mountain' is een ballad met gekrulde melodielijnen.
In plaats van het utopische 'Heaven' wordt de plaat nu beëindigd met het wrange 'Ilsa Koch', waarin Guthrie een beeld schetst van het concentratiekamp Buchenwald en de sadistische Ilsa Koch (de heks van Buchenwald) die er mee de plak zwaaide. De trage groove evoceert de werkende kampbewoners (als bij een Amerikaanse chain gang), waarbij het repetitieve verloop het nummer nog uitzichtlozer maakt. De neutrale en monotone manier waarop het koor de naam van Ilsa Koch afdreunt, roept een beeld van eindeloze verdoemenis op. Hiermee krijgt 'Wonder Wheel' er nog een emotionele dimensie bij, waardoor de plaat helemaal verplichte kost wordt voor iedereen die zichzelf songschrijver noemt.
Meer over The Klezmatics
Verder bij Kwadratuur
Interessante links