Reggae van Hawai: het is weer eens wat anders. Het hoeft allicht niet te verwonderen dat de muziek van dit kwartet vooral draait rond plezier en ontspanning en minder gaat over de bewogen politieke achtergrond van het genre. Deze aanpak lijkt op de eilandengroep in elk geval wel te werken, want goed 1 jaar nadat hun titelloos debuut er het licht mocht zien, werden al 20.000 exemplaren verkocht, goed voor een Hawaïaanse Na Hoku Hanohano Award als beste reggaeact. De verwachtingen voor opvolger ‘Ways & Means’ - die het werkterrein verbreedt naar zowat de hele wereld - zijn dan ook hooggespannen.
The Green noemt zijn muziek zelf “familie reggae” en dat is de nagel op de kop. De erg poppy variant waarmee ze uitpakken zit vol vlotte ritmes, hedendaagse knipogen naar dancehall, urban en hiphop en ongecompliceerde reggaetunetjes op keyboard of gitaar. Maar tegelijkertijd houdt de band gedurende veertien songs ook een keurige variatie aan. Elk van de vier groepsleden blijkt immers een florissante achtergrond te hebben als songschrijver en draagt dus ook zijn eigen nummers bij.
De charismatische frontzanger Caleb zorgt ondermeer voor een erg beweeglijk ‘Love & Affection’ of voor een hedendaagse dancehall bijdrage als ‘Decisions’ dat spijtig genoeg uitmondt in melige, poppy knuffelrock-r&b. Gitarist JP Kennedy heeft meer wortels in de blues en gaat voor meer traditionele bijdragen als ‘Jah Love’ of het multicultureel klinkende ‘Travlah’, terwijl hij in een song als ‘Good Vibration’ een meer introverte, soulvolle uitstraling verzorgt.
De plaat opent ook erg zomers met het aansporende ‘Keep On’: een prima rootsreggaesong met warm basmotief, Jamaïcaanse gitaarlicks en subtiele congapercussie. Vurige trompetjes zorgen verder voor een prettig tussenmotiefje. Helaas verraadt Caleb zich hier door zijn plat Amerikaanse, weinig rasta-klinkende zang die gelukkig toch regelmatig wordt ingedekt door de stemmen van de drie andere leden. Die multivocale, acapella samenzang van The Green is een fundamenteel kenmerk en een grote troef die deze muziek extra uitstraling en overtuigingskracht geeft. Het maakt dat ‘Ways & Means’ klinkt als een soort van love-reggaeplaat.
Ter afwerking zorgt het gezelschap onder leiding van ondermeer producer Michael Goldwasser (Easy Star All-Stars) voor tal van aanvullende postproductiedetails: een extra echootje, voorzichtige elektronica of subtiele sfeerklanken doen deze muziek uitermate vol en warm klinken.
‘Ways & Means’ brengt de zomer in elke huiskamer, dat is zeker. Wie houdt van modern getinte, spiegelgladde reggae met een romantisch accentje, is hier aan het goede adres. De plaat bulkt van de potentiële singles die allemaal de warmte van het eiland Hawai in het hart van de aanhoorder injecteren. Helaas houdt The Green, ondanks regelmatige stijl- en structuurwisselingen, zijn muziek nogal voorspelbaar en popgetint. Deze uitstraling begint na veertien liedjes dan ook een beetje op de zenuwen te werken. Van een echte muzikale uitdaging is niet echt sprake en dat is zonde.