Openingstrack 'The River' laat meteen horen waar dit Brussels kwartet voor staat. De getokkelde gitaren glinsteren en de keyboards gloeien in een nummer dat een optelsom is van riffjes en melodietjes. Dit sprankelend niveau wordt echter niet de hele cd gehaald: daarvoor wordt het klankbeeld soms iets te mat. De melodieuze popsongs zijn meestal gitaargericht, met elektronische accenten: keyboards en effecten. Een zekere naïviteit kan hen niet ontzegd worden: het Engels van zanger Serge Lacroix is alles behalve vlekkeloos te noemen, de woordloze achtergrondkoortjes verwijzen meer dan eens naar de zonnige Beach Boys en instrumenten als trompet en klokkenspel kleuren het geheel geregeld bij, al slaagt met name de trompet er soms niet in zich in het geheel te mengen. Zeker niet wanneer die als enige blazer gebruikt wordt.
Hoewel 'lekker poppy' als grote noemer kan dienen, zijn er toch verschillende nuances te horen. Zo is het geluid in 'Pictures of You' wat leger waardoor de muziek gaat drentelen, iets wat in het licht slepende 'Summer Bell & Big Old Machine' nog verder doorgevoerd wordt. 'My World' klinkt dan weer extra vrolijk wanneer de Das Popachtige, schommelende keyboards komen binnenwandelen. 'New beau' schiet nog iets verder door. De ritmische accenten, het contrast tussen luidere en zachtere gitaarpassages en de woordloze samenzang laat echo's horen van Motorspycho. De ritmische puntigheid en het meeslepende van deze Noorse band ontbreken hier echter.
Het spelen met sferen, stijlen en kleuren heeft de groep wel al aardig onder de knie. Vooral in 'You Want Me &' is de combinatie van verschillende elementen opvallend. Het nummer begint met een verstoord basgeluid waarop schattige keyboards een vrolijk 'handjes draaien' sfeertje leggen, waardoor meer dan één luisteraar tot een polonaise geneigd zal zijn. De daaropvolgende gitaren met lichte distortion worden later agressiever en gaan zelfs voorzichtig richting industrial. Door al deze geluiden fragmentarisch te herhalen en te combineren krijgt elke strofe een eigen klank. 'The Never Ending Teapot' mag dan minder opvallend zijn als klankspel, de kleurwerking is er niet minder om. Deze song baadt in een mistig sfeertje van vaag veranderende gitaarakkoorden (al dan niet met bevend tremolo-effect) en het door elkaar lopen van trompet, klarinet en dwarsfluit. Als het ware een popversie is van het klassieke impressionisme van Debussy.
Beach Boys, Das Pop, Motorpsycho en Debussy in één groep? Niet helemaal of zeker niet over de ganse lijn: daarvoor worden sommige nummers net iets te voorspelbaar. Popliefhebbers zonder oorkleppen zullen echter aardig wat plezier beleven aan de betere songs op deze cd.
Meer over The Grandpiano
Verder bij Kwadratuur
Interessante links