Een bloedmooie, jonge vrouw wordt op mysterieuze wijze om het leven gebracht in het obscure, groezelige stadje Dead City en alle aanwijzingen duiden er op dat haar echtgenoot de dader is. Het is de verhaallijn van waaruit het conceptalbum ‘Killing Tale’ van The Godspeed Society vertrekt. Vijftien tracks lang presenteert het Portugese gezelschap een film noir, een soundtrack van een onbestaande film die het nachtelijke Parijse leven uit de jaren ’50 weerspiegelt.
Zonde dat promo-exemplaren het moeten doen zonder het 24-bladzijden tellende boekje dat het kader van deze conceptplaat meer verduidelijkt en alle mysteries rond de moord schildert. De basisidee is echter gekend, de rest speelt zich af in de verbeelding van de luisteraar.
Die wordt in elk geval geprikkeld. Zo begint ‘’Till Death’ met geroezemoes en rinkelende glazen in een bar, van waaruit een traag schrijdende pianomelodie en dartel fluitspel voortvloeit. Zoals erg vaak, barst dit nummer open met swingende rockpartijen, op volkse wijze ondersteund met saxofoon en accordeon. De grootste aandachtstrekker is echter de burleske Sylvia Guerreiro (ofte de vermoorde Baby), die met haar warm vibrerende moederzang het midden houdt tussen een wulpse dame en een soulvolle chanteuse. Zo grolt en gromt ze in een van gipsyharmonica voorzien ‘Father Mac’, maar klimt ze even later ook indrukwekkende hoogtes in.
Guerreiro bepaalt in elk geval het cachet en de identiteit van de zevenkoppige bende en zuigt op zowat elke track de aandacht naar zich toe. Hoewel het verhaal natuurlijk draait om de vermoorde dame, zorgt dat muzikaal voor een beetje teveel van hetzelfde. Een filmische plaat verdient wat sfeervolle, instrumentale tussenstukken.
Desalniettemin bevat ‘Killing Tale’ een aantal leuke, zelfs knappe momenten. De Broadway musicalachtige wals ‘Red Stain’ met aansporende kreten en beeldende outro is qua muzikale compositie erg sterk. In het pompeuze, marcherende ‘Perfect Crime’, dat uitmondt in een dramatische rockopera, worden twee muzikale werelden op een fantastische wijze verzoend.
Helaas wil The Godspeed Society zijn liedjes wat te vaak inkleuren met een luidruchtige elektrische gitaar die de retrosfeer aardig komt verstoren. Ook al tracht Rolando Amaral (ofte priester Father Mac) zijn riffs zwierig te houden, de wijze waarop hij de huppelende piano en sierlijke harmonieën in een song als ‘The Pursuit’ overstemt, klinkt erg vervelend.
The Godspeed Society pakt uit met een erg opmerkelijk debuut. Zowel het verhaal als de muziek van deze onbestaande film prikkelen de verbeelding en beiden vullen elkaar prima aan. Toegegeven, deze erg avontuurlijke, cabareteske folkrockplaat komt misschien niet altijd even sterk uit de hoek, maar als totaalbeleving is ze uniek, creatief en uitermate grappig.