Normaliter zijn ze, samen met de drum, de stabiliteit biedende elementen in een jazzensemble: de piano legt de harmonische basis, waarbij de bas het geheel ondersteunt. Hoe flexibel kan zo'n duo dan klinken als het er alleen voor staat? Voor het European Duo van de Franse bassiste Joëlle Léandere en de Italiaanse pianist Giorgio Occhipinti is het op 'Incandescences' (de opnames dateren uit 1997) ongeveer zo samen te vatten: neem de grootst mogelijk denkbare rekbaarheid, kwadrateer die en nog zal het duo er vlot voorbij gaan. Léandere en Occhipinti spelen hier namelijk geen muzikaal tikkertje waarbij de ene wegdraait en de ander er achter holt. De manier waarop ze hier op elkaar reageren, vaak op de kleinste details, is zo razendsnel dat ze beiden haast tegelijkertijd dezelfde muzikale beweging maken. Vooral in 'Part One' lijkt het wel alsof ze een vooraf uitgeschreven partituur interpreteren, hoewel de muziek vaak heel speels en spontaan blijft.
Zoals ze geen gemakkelijke voorzetten van elkaar nodig hebben om de stukken te laten ontwikkelen, zo maken ze zich er ook niet vanaf met opvallend grote contrasten, noch met het uitwisselen van thema's of ritmische motieven. De twee lijken daarentegen perfect te weten waar de ander naartoe wil, zodat de verschillende stukken volwaardige verhalen zijn die ergens vertrekken en ergens naar toe gaan. Daarenboven wordt de luisteraar niet buitengesloten. Integendeel: hij of zij wordt zelfs uitgenodigd om het duidelijk te volgen parcours en de gedachtegangen mee af te leggen. Het wordt zo tegelijkertijd uitdagend en doenbaar om de muziek te volgen, terwijl die van 'zweverig' naar een vastere vorm overgaat of net andersom. In 'Part Six' wordt dit proces dan nog eens extra aantrekkelijk gemaakt door herkenbare referenties. Een pianowolk van herhaalde tonen wordt in een walsje omgebogen, waarna een walking bass van Léandere vergezeld wordt van een jazzy pianopartij van Occhipinti. Wanneer de bas geleidelijk aan gaat haperen laat de piano het geheel mee afglijden om later terug te keren naar een zachte swing waarbij alleen nog een schuifelende drum ontbreekt.
Wanneer het op expliciete verwijzingen aankomt is de Italiaan herkenbaarder dan de Française, wat niet verwonderlijk is aangezien het pianorepertoire voor het modale publiek herkenbaarder is dan de contrabastraditie. In 'Part Three' krijgt Occhipinti de track voor zich alleen, waar hij gretig gebruik van maakt om zijn vocabularium te demonstreren: een mars à la Stravinsky, hoempa stride jazz, ragtime, een wals, zweverig impressionisme, muziek voor stomme films en repetitieve momenten passeren allemaal. Bij Léandre vallen dan weer vooral de verwijzingen naar Arabisch aandoende thema's op: heel zangerig als een meditatie in 'Part Four' of iets meer experimenteel in haar solostuk 'Part Seven'. Hier komen alle mogelijke facetten van haar strijk- en pizzicatospel aan bod, waarbij het fascinerend is om te horen hoe ze een inzet van een Arabische melodie naadloos laat overgaan in piepen en knarsen.
Wanneer dit onconventionelere ook door Occhipinti wordt overgenomen en de instrumenten percussief aangewend worden, klinkt de muziek veel abstracter. Het uitnodigende ervan verdwijnt echter nooit en de communicatie blijft: onderling en met de luisteraar.

Meer over The European Duo


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.