Feit: wie één album van The Cranes kent, kent ze quasi allemaal. De broze, zweverige vrouwenpop van deze Britse band die omwille van haar mystiek vaak in de new wave-hoek wordt geduwd, is herkenbaar uit de duizend. Met piano- en gitaarpartijen als sfeermakers en de onmiskenbare hoge, kinderlijke keelzang van Alison Shaw hebben The Cranes gedurende een kleine twintig jaar in elk geval veel aanhang in het esoterische, magische wereldje veroverd. Ook de titelloze nieuwkomer past in dit kraam. Met een mooie hoes van vederlichte pluisbloemen wordt deze 'verlichtende' muziek alvast prima gevisualiseerd.
The Cranes hoefde inderdaad geen nieuwe titel voor deze plaat te verzinnen. De groep is gewoon nog steeds zichzelf. Door een iets minder holle, ijle eindklank en een expliciet gebruik van akoestische instrumenten is de band misschien net iets minder onwezenlijk en mysterieus als voordien. Zo geeft een harp een mooie, huppelende cadans weer in het feeërieke 'Feathers' en stelt het sobere 'Collecting Stones' het enkel met een aarzelend pianospel. Op die manier gunt dit kwartet zich iets meer vrijheid om te spelen met een subtiele opbouw en de samenhang binnen zijn songs, die bevrijd zijn van hun geheimzinnige gitaarmist. Helaas onthult dit tegelijkertijd dat The Cranes meer capaciteiten bezitten als sfeerscheppers dan als liedjesschrijvers. 'Wonderful Things' wordt mooi begeleid door een dubbelspel van akoestische gitaar en blinkt daardoor uit in eenvoud, maar het nummer blijft voor geen meter hangen. Dat geldt overigens voor het merendeel van deze plaat, die wel een leuke gemoedstoestand schept, maar totaal geen blijvende indruk achterlaat. Naar het einde van de plaat toe steekt echter opnieuw een magische, zelfs even akelige mist op. Zo bevat 'Sleepwalking' zelfs industriële metaalklanken en bewuste ruis. De band keert terug naar zijn vroegere zelf en sust alle onrustige gevoelens met het afsluitende 'High and Low', dat opnieuw een strelende elfenzang en zelfs wat dromerige orgelbelletjes bevat.
Het nadeel van een nichebeest als The Cranes is dat het verdomd moeilijk blijkt om vernieuwend over te komen. De band is duidelijk in een zoektocht naar zichzelf verzeild geraakt ('Panorama' is zelfs in het Frans gezongen!) en heeft daarmee een intiem en akoestisch spoor gevolgd. Spijtig genoeg komt deze plaat niet al te overtuigend over. Wie van The Cranes houdt, hoeft helemaal niet te treuren, maar dit kwintet heeft zeker sterkere wapenfeiten afgeleverd. Een betere songbasis zou een tip voor de toekomst kunnen zijn.
Meer over The Cranes
Verder bij Kwadratuur
Interessante links