Ze mogen dan al semi-bejaard zijn en het merendeel van hun dagen in benevelende ganjawolken doorbrengen, maar voor het duo The Congo’s staat de tijd niet stil. Na een jarenlange routine van wereldlijke, smaakvolle rootsreggaeshows waarbij de rasta’s hun tweestemmigheid centraal stond, kwam anderhalf jaar geleden plots voor een leuke heruitgave van het legendarisch debuut ‘Heart of the Congo’s’ uit. Een mooie hoofdknik later is er een nieuw, volwaardig album waarop producer van weleer en dublegende Lee ‘Scratch’ Perry zijn opwachting maakt. Op ‘Back in the Black Ark’ is de knotsgekke Perry zelfs regelmatig aanwezig als volwaardig derde bandlid.
Het is allemaal geen toeval, want The Congo’s toeren inmiddels ook de wereld rond met Lee Perry’s vijfenzeventigste (!) verjaardagsshow. Beide partijen blijken elkaar opnieuw goed gevonden te hebben en blazen bij deze het gemeenschappelijke heilige vuur nieuw leven in. Vrolijk, uptempo en met een melodieus, zomers niveau: deze plaat biedt wat mocht verwacht worden. Veertien tracks lang gaat het viertal voor strakke en sterke reggaemuziek met een stevig soulgehalte.
Een mooie afwisseling tussen geleende en eigen songs biedt het nodige evenwicht. Sam Cookes ‘Chain Gang’ opent met veel vocale verve en Derrick Barnetts ‘Chariotts’ is dankzij Boris Gardners sexy baslijn een stukje pure tropische wegdromerij. Een klein leger sessiemuzikanten die deze songs mee vorm geeft, zorgt dan ook voor een strak afgebakend, maar toch uitbundig ingekleed terrein.
Ongeveer de helft van dit reggaefeestje wordt opgeluisterd door nieuwe songs. Het is in deze momenten dat Lee Perry iets meer op de voorgrond treedt met zijn ginnegappende grollen, kreten en brabbeltaal, zoals in het super-anthem ‘Garden of Life’ het geval is. Op deze ogenblikken is ook iets meer ruimte voor diepliggende dub-uitglijders, hoewel die op ‘Back in the Black Ark’ toch opvallend zeldzaam zijn. Het vocale vuur van The Congo’s, met de opvallende falset van Cedric Myton voorop, blijft de vaste smaakmaker.
The Congo’s gaan op hun oude dagen zowaar voor één van de hoogtepunten uit hun carrière. Dit is een heuse karakterplaat die een stuk meer veelzijdig is dan een doorsnee reggae-album. Dat er al eens een keertje uitgeschoven wordt, is dan ook veeleer te wijten aan uitbundigheid en spelplezier dan aan gebrek aan kunde of ideeën. Laat criticasters maar vasthouden aan het 32-jaar oude debuut van The Congo’s, deze rood-geel-groene Drievuldigheid weet duidelijk nog van wanten!
Meer over The Congos
Verder bij Kwadratuur
Interessante links