Wie The Arcade Fire enige tijd geleden live aan het werk zag in een uitverkochte Botanique, wist dat het de heren en dames uit Montreal niet aan talent en energie ontbrak. De kleine hype rond de band was dan ook niet ten onrechte. 'Funeral', hun debuutalbum, is nochtans geen hippe garagerock of trendy elektropunk, maar een mengelmoes van folk, disco en rock waarin hier en daar zelfs een accordeon te horen is.
Met openingstrack 'Tunnels' gaat The Arcade Fire rustig van start. Een drammende bas- en pianolijn begeleidt de broze, emotionele stem van Win Butler. Langzaam valt de basdrum in, even later gevolgd door een up-tempo disco hi-hat. Het geluid zwelt aan naarmate er meer elektrische gitaren en piano invallen tot een aanstekelijk en dramatisch geheel, dat moeiteloos bij het beste van The Frames thuishoort. De uitstekende, warme productie, door The Arcade Fire zelf verzorgd, past helemaal bij de volle instrumentatie. 'Laïka' ademt dezelfde sfeer uit: een accordeon introduceert het thema, terwijl Butler met een vervormde stem zijn verhaal in de microfoon schreeuwt. "If you want somethin' don't ask for nothin', if you want nothin' don't ask for somethin'!" In het refrein wordt hij begeleid door Régine Chassagne, die met haar feeërieke stem de melancholie en tristesse achter de aanstekelijke melodieën benadrukt. In 'In the Backseat' komt Chassagne helemaal op de voorgrond. De uitgebreide strijkerarrangementen passen uitstekend bij haar fragiele stemgeluid, dat duidelijk aan een zangeres als Björk refereert. Met een overstuurde elektrische gitaar en drum krijgt het nummer meer kracht in het refrein, wat Chassagne toelaat om ook vocaal alle registers open te trekken. Zonder twijfel één van de talrijke hoogtepunten van het album. '7 Kettles', met zijn akoestische gitaar en langzaam wiegend ritme, doet dan weer heel sterk aan Bright Eyes denken, niet in het minst door Butlers gelijkaardige broze stemgeluid. 'Crown of Love', een trage ballade, ligt in dezelfde lijn en toont dat de groep ook ingetogen kan overtuigen. Toch laat The Arcade Fire zich niet verleiden tot clichés. Het dramatische, bijna pathetische einde ontaardt in een overstuurde discobeat en lijkt zo de spot met zichzelf te drijven. Eens te meer is duidelijk dat het de band niet ontbeert aan creativiteit, eigenzinnigheid en lef.
Ook voor wie bijzonder sceptisch staat tegenover hypes als de zoveelste White Stripes, Strokes of Franz Ferdinand, is 'Funeral' het beluisteren waard. De Canadezen tonen met hun aanstekelijke folkrocksongs en intieme ballades dat ook compromisloze muziek hoge ogen kan gooien bij het brede publiek. 'Funeral' is op het eerste gehoor geen makkelijke plaat, maar wie songs als 'Tunnels' en 'Laïka' enkele luisterbeurten de tijd geeft, zou de hype wel eens – voor één keer – gelijk kunnen geven. En live lijken ze alleen maar te bevestigen dat het hier niet om een eendagsvlieg gaat. Een absolute aanrader.
Meer over The Arcade Fire
Verder bij Kwadratuur
Interessante links