Wat er eerst opkomt bij het lezen van zo'n titel is de gedachte van zeer technische en mathematische muziek. Hoewel de muzikanten op dit album allemaal technisch zeer sterk zijn, gaat de muziek veel verder dan dat. Wanneer vier fantastische muzikanten samenwerken, is de kans op een meesterwerk groot. Dat bewijst dit kwartet. Zowel Carrington, Osy als Rogers leidden reeds eerder hun eigen projecten. Toch kunnen ze hier hun rol als leider vergeten en perfect samenwerken, om zo tot een organisch geheel te komen.
Ieder van hen deed zijn bijdrage aan het repertoire en alleen het derde nummer, Ethiopia, is niet van eigen bodem. Dit is een compositie van Joni Mitchell. In een intro van Greg Osby krijgen we al een eerste verwijzing naar het thema te horen. Wanneer de rest van de groep binnenkomt, speelt Osby een vrije versie van het thema. Maar de eigenlijke klaagzang over de ellende in 'Ethiopië' begint pas op het moment dat Terry Lyne Carrington begint te zingen. Het geheel klint echter nogal stroperig, enkel Osby geeft hier niet aan toe en laat in zijn solo enkele complexe lijnen horen. Wat opvalt aan deze groep is de dynamische opbouw van de nummers. Dit is goed te horen in 'Black Halo', een nummer van Osby. Dit begint met een melancholische melodie van de sax, waarna bas en drums gelijk invallen. De bas blijft gedurende heel het nummer hetzelfde ostinatopatroon - bestaande uit slechts twee noten – spelen, terwijl de drums het geheel steeds meer naar een hoogtepunt brengt door polyritmische fills en accenten op alle mogelijke plaatsen. De compositie 'The Invisible', van Adam Rogers, heeft dan weer eerder een complexe basgroove. In dit nummer is het samenspel tussen de bandleden, en meer bepaald tussen Carrington en Haslip, fantastisch. Ze voelen elkaar perfect aan en anticiperen telkens weer op elkaars ideeën. Carrington bewijst met een van haar eigen nummers, de ballade 'Solace', dat ze naast complexe grooves ook subtieler brushesspel kan spelen. In contrast hiermee staat het volgende nummer van haar hand, 'Fire'. Zoals de titel reeds doet vermoeden, krijgen we hier haar meest explosieve kant te horen. Het nummer begint met een ratelende drumsolo, waarin ze vooral haar snare en cymbalen laat horen. Terwijl de bas een soort bourdonbegeleiding speelt, laat Carrington zich helemaal gaan op allerhande percussie- en drummateriaal. In 'Omega' van Jimmy Haslip zijn het de gitaar en sax die helemaal loos gaan over een ontspannen groove van bas en drums. Osby snijdt met enkele hoge, scheurende noten door merg en been en Rogers tovert met effecten allerlei vreemde geluiden uit zijn gitaar.
Twee iets mindere nummers, maar voor de rest een meesterwerk! Het prachtige samenspel en de gevariëerde composities zorgen voor puur luistergenot. Een aanrader.
Meer over Terry Lyne Carrington
Verder bij Kwadratuur
Interessante links