Na '1' komt logischerwijs opvolger 'Too'. Waarom moeilijk als het gemakkelijk ook gaat, aldus Luc Crabbe met zijn twee kompanen van Telstar. Met wijlen Betty Goes Green zette deze sympathieke songschrijver reeds enkele stevige voeten op de Vlaamse rockbodem. Bij deze tweede plaat van Telstar doet hij dat opnieuw. Stevig rocken zit de man duidelijk in het bloed. In rasechte, Vlaamse stijl weet 'Too' aardig te swingen. Dat deze laatste zin zowel een mooi compliment als een spijtige beperking inhoudt, hoeft daarbij zeker niet negatief opgenomen te worden.
Ergens baadt Telstar in hetzelfde schuitje waar de vergane Vlaamse rockglorie nog in doorschijnt: The Scabs, The Wolfbanes, Red Zebra, .... Zorgeloze, bloedeerlijke rocksongs met een vlotte melodie en een enigszins voorspelbare strofe-refrein structuur worden op een dienblaadje gepresenteerd. Geen diepere bedoelingen of dubbele bodems, dankzij wat verscheidene invloeden en enkele gezonde knipogen naar invloedrijke voorgangers houdt Telstar zijn naam hoog. Toegegeven, de band lijdt wat onder gebrekkige zangaccenten en tekstuele armoede, maar ook dat hoort erbij. Dat neemt niet weg dat deze veertien rocksongs van een behoorlijke en bekoorlijke kwaliteit zijn. Of het accent nu gelegd wordt op cowboyreggae ('Waiting for the Sun') of een spervuur van rock 'n' rollgitaren, steeds komt de band weer uit op van die vlotte, samen gezongen refreinen die spijtig genoeg nog iets té veel pogen om gevarieerd over te komen om echt van een gladde hit te kunnen spreken. Telstar blijft op deze plaat net onder de oppervlakte. Wanneer Crabbe en kornuiten in enkele stevigere garagesongs als 'Leave Me Alone' of 'XXX' de gaspedaal dieper indrukken en de zang tegen het gitaargeweld moet opboksen, komt de band duidelijk best tot zijn recht. Ondanks fijne melodieën, vlotte en voorspelbare gitaarsolo's en de (soms nogal geforceerde) intermezzo's blijft de op en top Vlaamse rockklank toch een beetje als een rem op deze plaat werken. Zelfs met enkele oogwenken naar The Beatles in het hoofdwiegende 'Beetleking' ontbreekt het aan Britse charmes en schijnt het gezapige, Vlaamse volkskarakter nog door. Door heen en weer te zwerven over de grenzen van pop en rock, eist Telstar zich een eigen specifieke plek op in de laaglandse muziekscène. Het is allemaal niet echt origineel, maar leuk en recht voor de raap is het des te meer.
Eerste single 'Leave Me Alone' en opvolger 'OK' tonen aan dat er zeker nog een plekje op de radio moet bewaard worden voor eerlijke, melodieuze poprock. Dat ook deze plaat weer erg plaats- en tijdsgebonden is, zou Telstar wel eens kunnen tegenwerken. Maar mits een eerlijke, goedgemutste muziekgeest kan deze groep enkel maar veel succes toegewenst worden.
Meer over Telstar
Verder bij Kwadratuur
Interessante links