Ted Leo is een kok en zijn ingrediënten zijn van velerlei allooi: zeventiger jaren punk, de grondslagen der indie van de jaren '80 (de collegerock van Dinosaur JR. en Pixies) en politiek geëngageerde teksten die ook andere genres zoals hardcore gebruiken. Leo is het enige constante lid van de groep die zijn naam draagt. In tegenstelling tot zijn Pharmacists, die geregeld van bezetting veranderen, is hij het creatieve brein achter de groep. 'Living with the Living' is al hun vijfde langspeler.
De Amerikaan maakt er een mooi gerecht van: een mengelmoes van strakke gitaarlijnen, een ritme dat er ferm de schwung inhoudt. Punkrock die af en toe neight naar poppunk en ons terugbrengen naar de tijd dat The Clash nog van jetje gaf. Groot verschil daarentegen is dat Leo zijn nummers en het album tout court wat te lang maakt. Zonder variatie is dat best wel een afknapper. dus zorgt hij af en toe voor een stijlbreuk die als een frisse cesuur fungeert. 'The Unwanted Things' is bijvoorbeeld een reggae-nummer pur sang, dat misschien wel het tempo wat uit de vijftien (!) nummers tellende cd haalt. Dat waar het album was begonnen met, toegegeven, de grote kleppers. 'The Sons of Cain' heeft een fameus potentieel, en heeft het etiket 'opzwepend' over zijn voegen geplakt. "Oh, my fineness, where have you gone?": overduidelijk in het begin van 'Living with the Living'. Met 'Army Bound' zitten we nog maar aan nummertje 3 als het nummer wat trager wordt opgebouwd maar toch een weergalloze solo op het conto kan zetten als ware hij een niet-zo-doordeweekse gitaarheld.
Dat deze formule niet altijd werkt blijkt soms pijnlijk uit 'bomb.repeat.bomb' dat een beetje teveel doet denken aan een wel zeer middelmatige Rage Against the Machine. De groep van Zack de la Rocha heeft zoveel meer rauwe agressie, en het is duidelijk dat Ted Leo zich beter uit in de minder rappe nummers. Hitpotentieel? Jazeker, maar Ted Leo kan meer dan dat. Met bijna-afsluiter 'The Toro and the Toreador' haalt de groep nog maar eens een andere stijl uit de kast: ingetogen en met gitaargalmen openen, en daarna het nummer openbreken met variatie, zowel in tempo als in de afwisseling tussen vocalen en instrumenten. Fans van Jeff Buckley bijvoorbeeld zullen zich hierin wel kunnen vinden.
Een erfenis bij punkbandjes, gevalideerd engagement ("And when the crying starts, you won't have to see their bloodshot eyes turn red") en zijn jaren ervaring legt Ted Leo and the Pharmacists geen windeieren. Misschien zorgt het wisselen van stijl en tempo voor wat verwarring en zijn sommige nummers vatbaar voor gezapigheid, maar intrinsiek is 'Living with the Living' een goeie plaat van een jonge man van 37.