Tcha Limberger begon zijn muzikale loopbaan als gitarist en nam pas op zijn zeventiende de viool ter hand. Hij verruilde België enige tijd voor Boedapest onder andere om zich te verdiepen in de volksmuziek van zijn voorouders.
Op ‘A Hajnali Csillag Ragyog’ is Limberger te horen als violist en occasioneel zanger in dansen uit Transsylvanië. Die worden op dit album in suites geplaatst waarbij het tempo systematisch opgedreven wordt. Zo ontstaat een natuurlijke spanningsboog. Bovendien worden de verschillende soorten dansen steeds vermeld en kort toegelicht waardoor het westerse publiek optimaal kan kennismaken met de respectievelijke ritmische en melodische kenmerken. De keservers zijn bijvoorbeeld lamento’s die door het gebruik van een typische melodiebouw niet terugvallen op de westerse, “droevige” mineurtoonladder. De statige voortschrijdende begeleiding geeft de violist, als een vocaliserende voorzanger, een open doekje om heel vertellend uit de hoek te komen.
Aan de andere kant van het spectrum bevinden zich de snelle szapora’s waarin Limberger als een razende tekeer gaat. Opvallend is echter dat ook in deze virtuoze dansen de melodische lijn centraal blijft staan: zelden of nooit dubbelgrepen, geen andere speeltechnieken, maar wel met de typische, kleine buigingen in de tonen. Limberger strijkt ook nooit zwaar door. Hij lijkt te schaatsen over de snaren wat zorgt voor een vloeiend, quasi vocaal geluid dat doet denken aan een danser van wie de lenigheid niet opvalt omwille van de beheersing en de controle.
Muzikaal blijft Limberger dicht bij de bron. Verregaande improvisaties zijn niet aan de orde. Verder dan het omspelen van de basismelodie gaat hij niet, wat hier geen minpunt is. De volksmelodieën mogen dan eenvoudig van opbouw zijn, ze zijn gebaseerd op catchy motieven en de aaneenschakeling van dansen garandeert voldoende afwisseling en evolutie.
Wanneer Limberger zich te goed doet aan melodische de rijkdom van Transsylvanië nemen altviolist Rudi Toni en Viktor Berki op contrabas een zuiver begeleidende functie op. Hun rol beperkt zich tot het harmonisch ondersteunen en het aandragen van de repetitieve basisritmiek zoals de hoekige golving van de învârtita’s. Zoals Limberger niet drastisch improviseert, zo is er ook geen directe interactie tussen hem en zijn twee begeleiders, op een klein moment van imitatie na.
Op ‘A Hajnali Csillag Ragyog’ laat het trio van Tcha Limberger klassieke en natuurgetrouwe interpretaties van volksdansendansen horen. De muzikaliteit en het naturel waarmee de muzikanten dit doen, is echter van die aard dat het muzikale prentje nergens “traditioneel” wordt. De plaat blijft fris en levendig klinken, van de eerste tot de laatste track.
Meer over Tcha Limberger’s Kalotaszeg Trio
Verder bij Kwadratuur
Interessante links
