Al is deze 'Come Down' pas het debuut van de New Yorkse, het hoesje is gesierd met een indrukwekkende reeks quotes van een al even indrukwekkende fanbase. Zo mag Tara Angell onder haar zelfverklaarde fans onder meer Daniel Lanois, Ron Sexsmith, Joseph Arthur en Lucinda Williams rekenen. Niet de minsten onder de producers en singer-songwriters, al mag zoveel promopraat wel met een korreltje zout genomen worden.
Eén van die fans, Joseph Arthur, nam ook de productie van 'Come Down' voor zijn rekening. Net zoals bij zijn solowerk, kiest hij ook bij andere artiesten niet voor een gladde productie, maar voor een sfeervolle omkadering. Steeds blijft de begeleiding sober en laat ze voldoende ruimte voor Angells stem. 'The World Will Match Your Pain' is een mooi voorbeeld van zijn efficiënte subtiliteit. Angells wat logge slaggitaar wordt met een aritmische delay nog hoekiger gemaakt, maar blijft op de achtergrond zonder storend te werken, net zoals de eenvoudige drum en bas. Subtiele slidegitaar en een zweverige theremin vullen de leemtes op. Hoewel de instrumenten helemaal ten dienste staan van de song, is de slepende instrumentale break een knap hoogtepunt. Arthurs instrumentatie en arrangementen tillen de plaat naar een hoger niveau. Bovendien springt hij niet spaarzaam om met reverb en lichte echo's, die het terneergeslagen en melancholische karakter van Angell mooi aanvullen.
Maar waar het bij een singer-songwriter uiteindelijk om draait is de stem. Angells rauwe, breekbare stemgeluid doet vaagweg denken aan Marianne Faithfull of een ingetogen Lucinda Williams. Technisch is het allemaal niet perfect, maar ze weet wel probleemloos een donkere, rokerige sfeer op te roepen. Niet zelden balanceert ze op de grens met het valse. Vooral met een soort uithalen à la Bob Dylan, een techniek die ze vaak gebruikt, kleurt ze niet binnen de lijntjes, maar op een uitzondering na, zoals het ietwat zeurderige 'Don't Blame Me', werkt dat niet storend. Meteen is ook duidelijk dat de plaat voor de luisteraar staat of valt met de appreciatie van dat aparte stemgeluid. Haar niet gepolijste stem past echter helemaal binnen de persoonlijke, donkere songs die ze wil maken. Haar trage nummers als 'When You Find Me' of 'You Can't Say No To Hell' lijken recht uit het hart te komen, iets wat uit de directe teksten meteen blijkt. Dat ze daarbij wel eens een cliché hanteert en niet aarzelt om 'I love you' te herhalen in een refrein, stoort echter verrassend genoeg niet: de intieme oprechtheid komt niet gemaakt over. Enkel de up-tempo poprocker 'Hollow Hope', feel-good in de stijl van Sheryl Crow, ligt haar niet. Tara Angell is duidelijk op haar best als ze triest is.
Met 'Come Down' laat Tara Angell haar eigen stem horen in het klassieke singer-songwriterlandschap. Met sterke songs en een doorrookte sfeer slaagt ze erin te overtuigen, al is 'Come Down' – zeker met haar aparte stemgeluid in het achterhoofd – een groeiplaat. Veelbelovend debuut.
Meer over Tara Angell
Verder bij Kwadratuur
Interessante links