Het Leuvense gezelschap Tannhauser weet wat het wilt. Het wilt klinken als een ode aan shoegazerbands uit de jaren ’90 zoals Slowdive of My Bloody Valentine, maar dan met een modern tintje. Dat houden ze nu al zo’n drie platen lang vol. De negen tracks tellende nieuwkomer ‘In the House of Sleep’, is een nieuw hoofdstuk in het bijna vijfjarige bestaan van de band en trekt de muzikale lijn netjes door.
Tannhauser is fan van zweverige, retro gitaarmuziek en daar is absoluut niets mis mee. De band imiteert met klasse de lome wall of sound, ijle zangfrasen en holle drumpartijen van bovengenoemde groepen, maar voegt daar onder de vorm van glijdende synthesizerpartijen een eigen – op het eerste gehoor wat vreemd – accent aan toe. Ruw schurende gitaarlijnen behoeven geen spacy toetsen, blijkt uit een wat wringend vraag- en antwoordspel in de titeltrack. Het moment dat die echter veranderen in druppelende aanslagen (‘Eyes Front’) of lange galmtonen (‘Low Life’), lijkt het plaatje wel te kloppen. In opener ‘Silver Life’ gaat het zelfs om wobbelende samples die een erg verfrissende, vernieuwende indruk geven.
De grote instrumentale troef huist echter in het trio bas, drum en gitaar. Tegendraads kloppende drums en rollende baslijnen -een goed verborgen troefkaart- zorgen voor een sterke ritmetandem. In zowat elke track op dit album zorgt dat voor een onderhuids sterke basis die gemakkelijk door de dominante zweefpartijen kan ingevuld worden.
Iets wat zeker niet mocht ontbreken, zijn de glijdende, hoge zanglijnen vol ooh’s en aah’s die zanger Erick de Deyn overtuigend weet neer te zetten en waarmee de vergelijking met Slowdive helemaal op gaat. Enkel in ‘Auditioning’ kiest de frontman voor een wat andere aanpak met behulp van een donkere, vibrerende stem met ritmische intonatie, waardoor een naam als Depeche Mode naar boven komt. Spijtig genoeg ontbreken in dit leuk afwisselmoment de sterke melodieën die elders wel aanwezig zijn.
Tannhauser geeft meer van zichzelf op deze nieuwe langspeler. Helaas durft er af en toe nog steeds wat wringen aan de muzikale combinatie van de band. De meest krachtige momenten op dit album zijn diegene die in de schaduw staan van de grote voorbeelden. Op zich opnieuw geen doodzonde, want die momenten zijn zeker sterk genoeg om van Tannhauser een blijver te maken.